Overige
De oplader 1 m of meer verwijderd houden van de radio.
•
De oplader kan ruis maken wanneer deze gebruikt wordt. Dit is geen storing.
•
Na het gebruik, haalt u de batterijoplader uit het stopcontact. (Als u de stekker in het
•
stopcontact laat zitten, verbruikt u nog steeds een beetje stroom.)
De aansluitingen van de oplader en de batterij schoon houden.
•
De kaart niet op plaatsen met een hoge temperatuur bewaren, waar makkelijk
elektromagnetische golven of statische elektriciteit opgewekt kunnen worden, of op
plaatsen die blootgesteld zijn aan direct zonlicht.
De kaart niet plooien of laten vallen.
De kaart kan beschadigd worden of de opgenomen inhoud zou beschadigd of uitgewist kunnen
•
worden.
De kaart in de kaarthoes of het zakje doen na gebruik en wanneer u de kaart opslaat of
•
vervoert.
Laat de kaart niet vuil worden en zorg ervoor dat er geen vuil, stof of water op de aansluitingen
•
achterop de kaart komen. Raak de aansluitingen niet aan met uw vingers.
Wanneer u het toestel niet gebruikt gedurende een lange tijdsperiode
De batterij op een koele en droge plaats opbergen met een relatief stabiele temperatuur:
•
[Aanbevolen temperatuur:15 oC tot 25 oC, Aanbevolen vochtigheid: 40% tot 60%]
De batterijen en de kaart altijd uit het toestel verwijderen.
•
Als de batterijen in het toestel gelaten worden zullen ze ontladen zelfs als het toestel uitstaat.
•
Als de batterijen nog langer in het toestel blijven, zullen ze te veel leeg raken en kunnen ze
onbruikbaar worden, zelfs wanneer ze opgeladen worden.
Wanneer de batterijen voor een lange tijd opgeslagen worden, raden we aan ze eens per jaar
•
op te laden. De batterijen uit het toestel verwijderen en ze weer opslaan nadat ze helemaal
leeg geraakt zijn.
We raden aan het toestel op te slaan met een droogmiddel (kwartsglas gel) wanneer u deze in
•
een kast bewaart.
Controleer alle onderdelen voordat u opnamen maakt wanneer u het toestel lange tijd
•
niet heeft gebruikt.
Opgenomen gegevens kunnen worden beschadigd of zoek raken als de camera kapot gaat
•
omdat er verkeerd mee wordt gewerkt. Panasonic is niet aansprakelijk voor schade die is
veroorzaakt door het verlies van opgenomen gegevens.
Zet het statief goed vast als u het toestel erop bevestigt.
•
De batterij kan mogelijk niet worden uitgenomen wanneer u een statief gebruikt.
•
De schroef op het statief mag niet scheef zitten als u er de camera aan vast maakt of los
•
maakt. U kunt de schroef op de camera stuk maken als u deze te hard aanhaalt. U kunt ook de
camera zelf en alles wat erop zit, beschadigen als u deze te hard aanschroeft op het statief.
Lees aandachtig de gebruiksaanwijzing van het statief.
•
Als u een zware niet verwisselbare lens bevestigt (meer dan ongeveer 1 kg) aan het
•
toestellichaam, het toestel niet dragen met de riem. Het toestel en de lens vasthouden wanneer
u deze draagt.
148
VQT1U39
Kaart
Over de Beeldgegevens
Over statieven
Over de riem