Gevorderd (Opname van beelden)
[OPNAME] -functie:
Opnamen maken met de zelfontspanner
Zet de instelknop voor gebruiksfuncties op [ë].
Druk de sluiterknop tot halverwege in om
scherp te stellen en druk hem vervolgens
helemaal in om de opname te maken.
A Als de zelfontspanner op [
Er wordt geen opname gemaakt zolang het object
•
niet scherp is.
Als u de sluiterknop helemaal wilt indrukken ook al is
•
het onderwerp niet scherp, zet u [FOCUSPRIORITEIT] in het [VOORKEUZE
MENU]-menu op [OFF]. (P112)
Het lampje van de zelfontspanner B knippert en de sluiter wordt na
•
10 seconden geactiveerd (of na 2 seconden).
Als u op [MENU/SET] drukt terwijl u een opname maakt met de
•
zelfontspanner, wordt die geannuleerd.
Als [
•
na de eerste en tweede opname weer knipperen en wordt de sluiter
2 seconden nadat het knipperen begon, geactiveerd.
∫ De tijd voor de zelfontspanner wijzigen
1
Selecteer [ZELF ONTSP.] in het [OPNAME]-functiemenu. (P28)
2
Druk op 3/4, selecteer de functie en druk vervolgens op
[MENU/SET].
Onderdeel
Als u [
•
ongeveer 2 seconden.
3
Op [MENU/SET] drukken om het menu te sluiten.
U kunt ook de ontspanknop tot de helft indrukken om het menu te sluiten.
•
Aantekening
Wanneer u een statief of dergelijke enz. gebruikt, is de instelling van de zelfontspanner op
•
2 seconden handig om de beweging die veroorzaakt wordt door het indrukken van de
ontspanknop te vermijden.
Wij raden u aan een statief te gebruiken als u opnamen maakt met de zelfontspanner.
•
74
VQT1U39
] wordt geselecteerd, gaat het lampje van de zelfontspanner
Instellingen
10 seconden
10 seconden/3 opnamen
2 seconden
] instelt maakt de camera 10 seconden daarna 3 opnamen met intervals van
] wordt gezet.
A