Als u [OFF] instelt, dient u voorzichtig te zijn want het beeld kan niet scherp zijn ook als u [AFS]
•
of [AFC] in de focusfunctie ingesteld zijn.
[AF ASS. LAMP]
Het effectieve bereik van het AF Assist-lampje varieert afhankelijk van de lens die wordt
•
gebruikt.
Als de bij de DMC-G1K/DMC-G1W geleverde 14 – 45 mm/F3.5 – 5.6-lens wordt gebruikt en
–
deze op Groothoek is ingesteld: ongeveer 1,0 m tot 3,0 m
Als de bij de DMC-G1W geleverde 45 – 200 mm/F4.0 – 5.6-lens wordt gebruikt en deze op
–
Groothoek is ingesteld: ongeveer 1,0 m tot 2,5 m
Wanneer u de AF-lamp niet wenst te gebruiken (b.v. wanneer u opnamen maakt van dieren op
•
een donkere plek), de [AF ASS. LAMP] op [OFF] zetten. In dit geval zal het moeilijker worden
scherp te stellen.
Verwijder de lensbescherming.
•
Als u een lens met een grotere filterdiameter gebruikt die de AF-lamp bedekt, kunnen
•
schaduwen verschijnen op het beeld en kan de camera slechter werken.
[AF+MF]
[MF ASSIST]
Raadpleeg P78 voor details.
•
Het object verlichten maakt het makkelijker scherp te stellen
wanneer u bij weinig licht aan het opnemen bent en scherp wilt
stellen, wat moeilijk is bij weinig licht.
[OFF]:
De AF-lamp gaat niet aan.
[ON]:
Wanneer u beelden maakt op donkere plekken, zal de
AF-assistentielamp branden terwijl de ontspanknop tot
de helft ingedrukt wordt. (Grotere AF-zones worden nu
afgebeeld.)
De focus kan ook handmatig worden aangepast nadat deze
automatisch is aangepast.
[OFF]
[ON]:
Tijdens AF-vergrendeling kan de focus handmatig fijn
worden afgesteld door de focusring te draaien (de
focusfunctie staat op [AFS] en de sluiterknop wordt tot
halverwege ingedrukt, of de AF wordt vergrendeld met
[AF/AE LOCK]).
In de handmatige focus wordt het assistentiescherm op het
scherm weergegeven, zodat u gemakkelijker op het onderwerp
kunt scherpstellen.
[OFF]
[ON]:
Het midden van het scherm wordt automatisch
vergroot zodra u aan de focusring draait.
Gevorderd (Opname van beelden)
VQT1U39
113