Zet de [O.I.S.] schakelaar op [ON].
Met behulp van [STABILISATIE] in het
•
[OPNAME]-functiemenu kunt u de optische
beeldstabilisatorfunctie veranderen in [MODE1], [MODE2]
of [MODE3]. (P105) Bij aankoop staat deze op [MODE1].
Wij raden aan de [O.I.S.]-knop op [OFF] te zetten wanneer
•
u een statief gebruikt. Als de [O.I.S.]-knop op [OFF] staat,
wordt [
] op het LCD-scherm/de zoeker weergegeven.
Bevestig de lensdop.
Maak de lens los door op de
lensvrijgaveknop D te drukken en de
lens zo ver mogelijk in de richting van de
pijl te draaien.
Maak altijd de cameradop op de camera zodat er
•
geen stof of vuil in kan komen.
Doe de achterste lensdop op de camera zodat het
•
lenscontactpunt niet beschadigd raakt.
Aantekening
Wissel lenzen op een schone, stofvrije plaats. Ga naar P146 wanneer er vuil of stof op de lens
•
terechtkomt.
Als u de camera uitzet of vervoert, maakt u lensdop erop vast om het lensoppervlak te
•
beschermen.
Verlies de lensdop, de achterste lensdop en de cameradop niet.
•
Een lens losmaken van de body van de camera
Voorbereiding
17
VQT1U39