Gevorderd (Opname van beelden)
Als u close-ups maakt
•
Wij raden aan een statief en de zelfontspanner (P74) te gebruiken.
–
Het effectieve focusbereik (velddiepte) is aanzienlijk versmald. Daarom kan, als de afstand
–
tussen het toestel en het object gewijzigd is na het scherpstellen, het moeilijk worden om er
opnieuw op scherp te stellen.
De scherpte op de buitenkanten van het beeld kan wat minder zijn. Dit is geen storing.
–
Aantekening
Als u de zoomfunctie gebruikt nadat u op het object scherpgesteld hebt, stelt u opnieuw
•
scherpobject.
De MF-assistentie verschijnt niet wanneer u de digitale zoom gebruikt.
•
Zelfs als 2 in de My Color-functie wordt ingedrukt, wordt het MF Assist-scherm niet
•
weergegeven.
Annuleer de energiebesparingsfunctie en stel dan opnieuw scherp.
•
[OPNAME] -functie:
Vaststellen van de Focus en de Belichting
(AF/AE Lock)
Dit is handig wanneer u een opname wilt maken van een onderwerp dat zich buiten de
AF-zone bevindt of wanneer het contrast te sterk is en u niet de juiste belichting vindt.
∫ Alleen de belichtingswaarde vaststellen
Breng het scherm in lijn met het onderwerp waarvoor u de belichting
wilt instellen.
Druk op [AF/AE LOCK] en houd deze ingedrukt
om de belichting in te stellen.
A [AF/AE LOCK]-knop
De openingswaarde en de sluitertijd branden.
•
Als u [AF/AE LOCK] loslaat, wordt de AE-vergrendeling
•
geannuleerd.
Beweeg de camera voor het samenstellen
van het beeld terwijl u [AF/AE LOCK]
ingedrukt houdt.
B Lampje AE-vergrendeling
Druk de sluiterknop eerst tot halverwege
in om scherp te stellen op het onderwerp
en druk hem daarna helemaal in.
80
VQT1U39