Basiskennis
U kunt de belichting compenseren.
Ga naarP69 voor meer informatie.
1
Druk op de selectieknop op de voorkant om
naar de operatie van belichtingscompensatie te
schakelen.
2
Draai aan de instelknop aan de voorzijde.
De belichtingscompensatiewaarde wordt onder in het
•
scherm weergegeven.
Selecteer [0] om terug te gaan naar de
•
oorspronkelijke belichting.
Open de flits wanneer de flits gebruikt moet worden. (P64)
•
Afhankelijk van het type onderwerp en de helderheid ervan wordt [
•
weergegeven.
De flitser gaat tweemaal af. Vooral bij [
•
plaats en duurt het langer voordat de tweede flits afgaat; het onderwerp mag dus niet bewegen
tot de tweede flits is afgegaan.
In de Intelligent Auto-functie kan niet tussen de flitserfuncties worden geschakeld.
•
Alleen de volgende functies kunnen ingesteld worden in deze functie.
•
[OPNAME] functiemenu
[ASPECTRATIO] (P103)/[FOTO RES.] (P103)/
–
(P105)
¢ Alleen [MODE1] of [MODE2] kan worden ingesteld.
[VOORKEUZE MENU] -menu
[GEH VOORK INST] (P110)/[RICHTLIJNEN] (P111)
–
[SET-UP] menu
[KLOKINST.]/[WERELDTIJD]/[TOON]/[TAAL]
–
Alleen [STANDAARD] en [STANDAARD] (
•
geselecteerd.
De instellingen van de volgende items zijn vastgesteld.
•
Onderdeel
[BESPARING]
([BATT. BESP.]) (P33)
[FLITS-SYNCHRO] (P106) [1ST]
[BURSTSNELH.] (P70)
[AUTO BRACKET] (P72)
[ZELF ONTSP.] (P74)
[AF MODE] (P75)
[WITBALANS] (P82)
46
VQT1U39
De belichting compenseren
Instellingen in intelligente automatische functie
[5MIN.]
[H] (Hoge snelheid)
[STAP]:
[SERIE]: [0/`/_]
š (instellen op [
gedetecteerd)
[AWB]
Over de flits
] of [
] vindt digitale rode-ogenreductie (P65)
[KWALITEIT]
) (P86) kunnen in de filmmodus worden
Instellingen
[3•1/3]
] als een gezicht niet kan worden
], [
] of [
[STABILISATIE]
(P104)/
]
¢