Het afdrukmateriaal wordt niet vanuit lade 2, 3 of 4 ingevoerd
Oorzaak
Geen van de optionele laden wordt vermeld als beschikbare
invoerlade.
Een van de optionele laden is niet goed geïnstalleerd.
Het verkeerde formaat afdrukmateriaal is geconfigureerd voor
de invoerlade.
De papiergeleiders in de lade liggen niet tegen het papier.
Transparanten of glanspapier worden niet ingevoerd
Transparanten of glanspapier worden niet ingevoerd
Oorzaak
Het juiste soort afdrukmateriaal is niet geselecteerd in de
software of het printerstuurprogramma.
De invoerlade is te vol.
Afdrukmateriaal in een andere invoerlade heeft hetzelfde
formaat als de transparanten en de MFP is standaard ingesteld
op de andere lade.
De lade met de transparanten of het glanspapier is niet juist
geconfigureerd voor het soort afdrukmateriaal.
Transparanten of glanspapier voldoen mogelijk niet aan de
ondersteunde specificaties voor afdrukmateriaal.
Enveloppen lopen vast of worden niet ingevoerd in de MFP
Enveloppen lopen vast of worden niet ingevoerd in de MFP
Oorzaak
Enveloppen zijn in een niet-ondersteunde lade geplaatst. Voor
enveloppen mag alleen lade 1 gebruikt worden.
De enveloppen zijn gekruld of beschadigd.
NLWW
Oplossing
De optionele laden worden alleen als beschikbaar vermeld als
ze zijn geïnstalleerd. Controleer of de optionele laden correct
zijn geïnstalleerd. Controleer of het printerstuurprogramma is
geconfigureerd om de optionele laden te herkennen.
Druk een configuratiepagina af om te controleren of de
optionele lade inderdaad is geïnstalleerd. Als dat niet het geval
is, controleert u of de lade correct op de MFP is aangesloten.
Druk een configuratiepagina af of gebruik het
bedieningspaneel om na te gaan welk formaat geconfigureerd
is voor de diverse laden.
Zorg ervoor dat de geleiders tegen het papier liggen.
Oplossing
Zorg dat in de software of in het printerstuurprogramma het
juiste soort afdrukmateriaal geselecteerd is.
Verwijder het overtollige afdrukmateriaal uit de invoerlade.
Plaats niet meer dan 200 vellen glanspapier of glansfilm en
niet meer dan 100 transparanten in lade 2, lade 3 of lade 4.
Controleer of de maximale hoogte voor stapels in lade 1 niet
wordt overschreden.
Zorg dat de invoerlade met de transparanten of het
glanspapier is geselecteerd in het softwareprogramma of in het
printerstuurprogramma. Gebruik het bedieningspaneel van de
MFP om de lade te configureren voor het soort afdrukmateriaal
dat is geplaatst.
Zorg dat de invoerlade met de transparanten of het
glanspapier is geselecteerd in het softwareprogramma of in het
printerstuurprogramma. Gebruik het bedieningspaneel van de
MFP om de lade te configureren voor het soort afdrukmateriaal
dat is geplaatst.
Gebruik uitsluitend afdrukmateriaal van HP dat voldoet aan de
specificaties voor deze MFP.
Oplossing
Plaats de enveloppen in lade 1.
Probeer andere enveloppen te gebruiken. Bewaar enveloppen
in een geregelde omgeving.
Problemen met de papierverwerking 271