Inhoudsopgave
Advertenties
Gebruiksaanwijzing AcQMap-beeldvormings- en mappingsysteem met hoge resolutie
58
Afbeelding 9-1. Identificeren welke knooppunten moeten worden uitgesloten.
Kwadranten:
Afbeelding 9-1
• Linksboven: het gele vak geeft één knooppunt aan dat moet worden uitgesloten in
spanningsmodus.
• Rechtsboven: het gele vak geeft hetzelfde knooppunt aan dat in de positiemodus moet worden
uitgesloten.
• Linksonder: de overige AcQMap-elektroden in positiemodus na uitsluiting.
• Rechtsonder: de overige AcQMap-elektroden in positiemodus na opnieuw schalen.
Klik op [Volgende] om door te gaan naar het volgende scherm.
Anatomische referentiekanalen instellen
Anatomische referentiekanalen kunnen op twee verschillende manieren worden ingesteld: (1)
met behulp van oppervlakafleidingen of (2) met behulp van een hulpkatheter.
Anatomische referentiekanalen instellen met behulp van oppervlakafleidingen
Het gebruik van oppervlakafleidingen als een anatomische referentie zou geschikt moeten zijn
voor gebruik bij de meeste patiënten. Als de instelling niet kan worden voltooid, is het gebruik
van een hulpkatheter nodig. Het systeem zal de gebruiker vragen de anatomische referentie in te
stellen. Zie hoofdstuk 5 en 6 voor specificaties, plaatsing en aansluitingen. Zie hoofdstuk 9 voor
installatieinstructies.
1. Selecteer onder de kop Anatomische referentiekanalen Oppervlakafleidingen. Kanalen
voor anatomische referentie worden weergegeven als een door komma's gescheiden lijst
in het daartoe aangewezen vak. Het vak wordt automatisch opgevuld met V1, V2, V3, V4,
V5, V6, LL, LA en RA. Dit kan indien nodig worden gewijzigd.
Advertenties
Inhoudsopgave
