Gebruiksaanwijzing AcQMap-beeldvormings- en mappingsysteem met hoge resolutie
HOOFDSTUK 15 — EXPERTMODUS
Als u de expertmodus inschakelt, beschikt u over verschillende aanvullende parameters die u
kunt selecteren om de gegevens en de weergave door het AcQMap-systeem te verbeteren en te
verfijnen. Wanneer de expertmodus is ingeschakeld, worden alle in dit hoofdstuk beschreven
functies geactiveerd.
15.1. — Gemeenschappelijke bedieningselementen
15.1.1. — Configuratiemenu expertmodus
Pace-blanking
Echo-blanking
15.1.2. — Venstermenu expertmodus
CS-interface
15.2. — AcQMap instellen
15.2.1. — Venster Live-echosignalen in expertmodus
Ga naar het venster Livesignalen door op de knop Livesignalen te klikken.
Klik op [Echo] om het scherm Echo te openen.
De aanvullende parameters die nu beschikbaar zijn in het venster Live-echosignalen geven
toegang tot een plotsubmenu waarin histogramparameters kunnen worden geselecteerd, met
inbegrip van de duur van het tijdvenster voor de weergegeven histogramgegevens en de verticale
schaalmodus voor de histogrammen:
• Afzonderlijk: Elk histogram wordt genormaliseerd naar de eigen maximale binhoogte.
• Spline: Histogrammen langs elke spline (kolom) worden genormaliseerd naar de maximale
binhoogte van alle omvormers in de spline.
• Algemeen: Alle histogrammen worden genormaliseerd naar de maximale binhoogte van alle
omvormers.
Met het pictogram Golfvormen verwijderen worden de signaalgegevens gewist en
worden alle golfvormen teruggezet.
Schakelt pace-blanking in voor gebruik tijdens AcQMap-
procedures
Schakelt echo-blanking in voor gebruik tijdens AcQMap-
procedures
De CS-interface openen voor scriptinterface, bediening van
pacing-blanking en echobedieningselementen. Deze functie
is niet nodig voor het uitvoeren van het AcQMap-systeem.
109
Livesignalen
Golfvormen
verwijderen