Gebruiksaanwijzing AcQMap-beeldvormings- en mappingsysteem met hoge resolutie
VIII
Communicatie tussen AcQMap en Stereotaxis Navigant instellen
Netwerkconfiguratie
1. Open Netwerkcentrum.
2. Klik in het deelvenster aan de linkerzijde op [Adapterinstellingen wijzigen].
3. Klik met de rechtermuisknop op de juiste adapter en ga naar Eigenschappen.
4. Schakel alle instellingen uit behalve Internet Protocol versie 4 en klik op [OK].
5. Markeer Internet Protocol versie 4 en klik op de knop [Eigenschappen].
6. Klik in het venster Algemeen op het keuzerondje Het volgende IP-adres gebruiken
en vul het volgende in:
a. IP-adres: 192.168.168.110
b. Subnetmasker: 255.255.255.0
7. Klik op de knop [OK].
8. Sluit het dialoogvenster Eigenschappen van LAN-verbinding.
Fysieke aansluiting
1. Zoek de betreffende netwerkadapteraansluiting op het AcQMap-werkstation op
a. Sluit een Cat-5 ethernetkabel op de adapter van de geïdentificeerde netwerk-
adapter aan
b. Sluit vervolgens het andere uiteinde op de Stereotaxis-switch aan
Connectiviteit controleren
1. Open een opdrachtprompt of PowerShell
a. Voer bij de prompt het volgende in: 192.168.168.3
b. Controleer of de ping geslaagd is.
Wanneer de verbinding tussen de twee systemen tot stand is gebracht, worden twee selectievakjes
in het venster Acquisition (Verwerving) van het AcQMap-werkstation weergegeven.
Navigant in Procedure (Navigant in procedure): geeft aan de systemen met elkaar verbonden zijn.
(Selectie in selectievakje kan niet worden opgeheven.)
Navigant View in Sync (Navigant-weergave in Synchronisatie): wanneer het selectievakje
Navigant View in Sync (Navigant-weergave in Synchronisatie) is ingeschakeld, wordt de in
de linker viewport van het AcQMap-venster Acquisition (Verwerving) weergegeven anatomie
gelijkgesteld met wat in het display van de Navigant zichtbaar is.