Inhoudsopgave
Advertenties
Gebruiksaanwijzing AcQMap-beeldvormings- en mappingsysteem met hoge resolutie
120
16.1. — Contactmappingkatheters en detectiecriteria instellen
Open de instellingen voor contactmapping via het pictogram
Instellingen contactconfiguratie linksboven in het venster Acquisitie.
Contactmappingkatheters, Filters en Activatiedetectieparameters.
De configuratie omvat drie (3) schermen: Apparaten, Signalen, Filters
en Activatiedetectieparameters.
Apparaten definiëren en Signalen selecteren
1. Selecteer katheters om het scherm voor katheterconfiguratie te openen.
2. Gebruik de vervolgkeuzelijst onder de kop Apparaten om een katheter te selecteren.
Klik op [Toevoegen].
3. Herhaal totdat alle katheters die gaan worden gebruikt zijn toegevoegd.
4. Wijs een functie toe (Ref, Map, Abl) aan de desbetreffende katheters.
a. Het timingreferentiekanaal (Ref) wordt aangeduid met het label 'R' in de vensters
Live en Annotatie controleren. De gebruiker kan het primaire timingreferentiekanaal
definiëren door, indien nodig, intracardiale of oppervlakkanalen te selecteren
(pictogram). Het geselecteerde kanaal moet stabiel zijn en een duidelijk signaal
hebben dat is gekoppeld aan de activatie van de kamer die wordt gemapt.
b. De mappingkatheter wordt aangeduid met het label 'M' in de vensters Live
en Annotatie controleren. De gebruiker kan de katheter en de elektroden
of elektrodenparen definiëren die zullen worden gebruikt voor het mappen.
5. Klik op een katheter om de unipolaire instellingen te definiëren. Unipolaire instellingen
worden gedefinieerd door het katheterelektrodenummer (CH), de pin, het label en de
functie. De pin moet overeenkomen met de elektrodeaansluiting (CH) op de kabel van
de hulpkatheter. De unipolaire instellingen kunnen automatisch worden vastgezet door
het eerste katheterelektrodennummer in te voeren en vervolgens met de muis over
de invoer te bewegen. Rechts van het invoerveld verschijnt een pictogram met dubbele
pijlen. Klik op de pijl naar beneden om de getallen automatisch van laag naar hoog vast
te zetten (of naar boven om de getallen automatisch van hoog
naar laag vast te zetten). Labels kunnen worden bewerkt om
een beschrijving te geven door het definiëren van een
labelvoorvoegsel (bijv. LAS). Er worden selectievakjes geboden
om de elektroden aan te duiden die worden gebruikt voor
de functie die is gedefinieerd in het vak Apparaten.
Instellingen
contactconfiguratie
Elektroden voor
automatisch vastpinnen
Advertenties
Inhoudsopgave
