Gebruiksaanwijzing AcQMap-beeldvormings- en mappingsysteem met hoge resolutie
130
HOOFDSTUK 18 — CONTACTMAPPING
Het AcQMap-systeem kan conventionele elektrofysiologische mappinggegevens weergeven
als driedimensionale kaarten. Er worden op verschillende locaties in de desbetreffende kamer
gegevens verzameld in een stabiel ritme met behulp van gelokaliseerde elektrofysiologische
katheters. De 3D-locatie van elk punt wordt opgeslagen met de spannings- en activatiegegevens
die op het dichtstbijzijnde oppervlak als kleur kunnen worden weergegeven. Een enkele set met
verzamelde gegevens kan worden gebruikt om meerdere typen kaarten weer te geven.
Contactmappen maken gebruik van een oppervlakelektrogram of van een intracardiaal
elektrogram als referentiepunt op basis waarvan verzamelde punten worden gemeten. Er zijn twee
kaarttypen beschikbaar: Lokale activatietijd (LAT) en spanningsamplitude.
• Op isochronale kaarten met lokale activatietijd (LAT) worden kleurgecodeerde activatietijden
weergegeven voor elk verzameld punt. De LAT is het verschil in milliseconden tussen
gedetecteerde activatie op de mappingkatheter en het referentiekanaal. De LAT wordt met
kleur aangegeven; bijvoorbeeld rood (vroeg) en blauw (laat).
• Op spanningsamplitudekaarten worden voor elk verzameld punt kleurgecodeerde
spanningswaarden weergegeven. De spanningsamplitudemeting kan door de gebruiker
worden geselecteerd (Piek-tot-piek, Piek positief en Piek negatief). De kleuren gaan van grijs/
rood (lage amplitude) tot paars (hoge amplitude).
18.1. — Het venster Realtime annotatie configureren
Gebruik het venster Instellingen contactmapping om het timingreferentiekanaal,
de mapping-katheter en de ablatiekatheter aan te duiden. Bekijk de filterinstellingen en de
activatiedetectieparameters om er zeker van te zijn dat deze geschikt zijn voor het ritme dat wordt
gemapt. Het venster Realtime annotatie wordt automatisch gevuld op basis van de geselecteerde
katheters en parameters. ECG-lijnen zullen altijd bovenaan worden weergegeven, gevolgd door
het gekozen referentiekanaal. Vervolgens worden de mappingsignalen weergegeven aan de hand
van de instellingsparameters voor contactmapping. Raadpleeg hoofdstuk 16, paragraaf 16.1
Instellingen contactmapping voor uitgebreide informatie.
Lijnweergave en kleur
EGM-lijnen toevoegen of verwijderen of het wijzigen van de lijnkleur vindt plaats in het
Bedieningspaneel lijnweergave rechts in het venster Realtime annotatie.
Als u ECG- of EGM-lijnen wilt toevoegen of verwijderen, schakelt u het selectievakje in
naast de lijn die moet worden weergegeven in het venster Realtime annotatie. Lijnen die niet
zijn aangeduid als Ref, Map of Abl worden onderaan de lijnweergave toegevoegd op basis
van de volgorde waarin ze zijn geselecteerd. Als u een lijn wilt verplaatsen, klikt u met de
linkermuisknop op de lijn en verplaatst u de lijn naar de gewenste locatie in het venster terwijl
u de muisknop vast blijft houden.