Gebruiksaanwijzing AcQMap-beeldvormings- en mappingsysteem met hoge resolutie
104
Elke gele stip vormt een annotatie van de Lokale activatietijd (LAT) van zowel de unipolaire
referentie als de bipolaire elektrodeparen. Daarnaast wordt de cycluslengte van naastgelegen
activaties weergegeven. Klik op de knop [Notaties weergeven] rechts om de cycluslengte en
LAT-annotaties te verbergen. De te weergeven signalen kunnen worden ge(de)selecteerd met
behulp van het bedieningspaneel voor 2D-tracering.
14.2.2. — SuperMap-parameters aanpassen
OPMERKING: Alvorens een SuperMap te produceren, kan de gebruiker de
standaardinstellingen of berekende waarden bijwerken.
Filters kunnen worden ge(de)selecteerd door het venster Signaalverwerking uit te vouwen.
De filters bestaan uit het respiratie-, laagdoorlaat-, hoogdoorlaat-, notch- en afvlakkingsfilter.
Raadpleeg paragraaf 12.1.2. – Signaalfilters voor meer informatie over signaalfilteren.
Zodra alle filteraanpassingen zijn gemaakt, klikt u op de knop [Instellingen bijwerken].
Slagdetectie wordt uitgevoerd op basis van het geselecteerde referentiehulpmiddel, het
primaire referentiekanaal op dat hulpmiddel en de slaggroeperingsmethode. Op basis
van de hulpkanalen die tijdens de acquisitie zijn aangesloten, evalueert het systeem de
cycluslengtestabiliteit en hulpsignaalamplitude om een suggestie voor het referentiehulpmiddel
en het primaire referentiekanaal te geven. De voorgestelde primaire referentie wordt samen
met een vervolgkeuzemenu met andere opties weergegeven. Het systeem stelt morfologie als
de standaard slaggroeperingsmethode in.
Gedetecteerde cycluslengte Vouw het scherm Gedetecteerde cycluslengte uit om
basisinformatie over cycluslengte(n) tijdens acquisitie weer te geven. Cycluslengtewaarden die
door de software worden gebruikt, zijn gebaseerd op de beschrijvende statistieken (gemiddelde,
mediaan, standaardafwijking) van de verdeling van tijdsintervallen op elk unipolair en bipolair
kanaal van het referentiehulpmiddel. De Vensterbreedtewaarde die voor slagdetectie moet worden
gebruikt, kan worden gewijzigd door een nieuwe waarde in het vakje Vensterbreedte in te vullen
en op [Toepassen] te klikken.
Het diagram in het venster Gedetecteerde cycluslengte geeft de tijdafstemming van de ECG
en intracavitaire signalen met de referentiesignalen weer. Het venster kan worden aangepast
om de invloed van de QRS en T-golven op de voor slaggroepering gebruikte gesegmenteerde
signalen te minimaliseren. De standaardwaarde is 50/50 van de cycluslengte rond het primaire
referentiekanaal.
Zodra alle aanpassingen zijn gemaakt, klikt u op de knop [Instellingen bijwerken].