44
nl | Algemene installatieprocedures en instructies
Laagspanning
sbron DC
voor IE-5000
10G SFP
Transceiver-
module
1G SFP
Transceiver-
module
Voor aansluitingen tussen SFP-poorten in een rek kunnen koperen Twinaxkabels van CISCO
SFP-H10GB-CUxM worden gebruikt, met de 'x' als lengte in meters. Zolang ze in het rek
blijven, is dit geen veldbedrading en is toezicht niet nodig voor UL 2572. Zolang deze kabels in
het rek blijven, vereist EN 54-16 geen redundante bedrading.
4.8.4
Systeem met meerdere subsystemen in verschillende subnetten
Een groot systeem met meerdere subsystemen zoals beschreven in Systeem met meerdere
subsystemen in een subnet, pagina 42 kan ook worden gemaakt als de subsystemen zich in
verschillende subnetten van het netwerk bevinden. Vergelijkbaar met het geval beschreven in
Systeem met apparaten in verschillende subnetten, pagina 43 , is voor deze topologie een
OMN-ARNIE-Netwerk synchronizer enterprise voor het hoofd subnet vereist en een OMN-
ARNIS-Netwerksynchronisator single voor elk extra subnet. De eigenschappen en vereisten zijn
ook vergelijkbaar met het vorige systeem met sommige apparaten in een ander subnet.
Raadpleeg
–
–
4.9
Poortnummers
–
–
–
–
–
Netwerkpoorten zijn softwaregebaseerd en zijn niet gerelateerd aan de fysieke poorten die de
netwerkapparaten hebben om kabels in te steken.
Poortnummers hebben betrekking op de toewijzing van netwerkadressen. In TCP/IP-
netwerken gebruiken zowel TCP als UDP een reeks poorten die samenwerken met IP-
adressen. Een computer kan een hoofdadres hebben en een reeks poortnummers om de
inkomende en de uitgaande verbindingen af te handelen. Een IP-adres kan gebruikt worden
om te communiceren met verschillende toepassingen achter een router. Het IP-adres
identificeert de doelcomputer. Het poortnummer geeft de specifieke doeltoepassing aan.
Bijvoorbeeld de e-mailtoepassing, het programma voor bestandsoverdracht of de webbrowser.
Om vanuit een webbrowser toegang te krijgen tot een website, communiceert de browser via
poort 80 voor HTTP.
2022-10 | V1.50 |
CISCO
CISCO
CISCO
Systeem met meerdere subsystemen in een subnet, pagina 42
Systeem met apparaten in verschillende subnetten, pagina 43
In IP-netwerken maken poortnummers deel uit van de adrestoewijzingsinformatie.
Poortnummers worden gebruikt om afzenders en ontvangers van de berichten te
identificeren.
Poortnummers zijn gekoppeld aan TCP/IP-netwerkverbindingen.
Poortnummers kunnen worden omschreven als een toevoeging aan het IP-adres.
Poortnummers maken het mogelijk dat verschillende toepassingen op dezelfde computer
tegelijkertijd netwerkbronnen kunnen delen.
PWR-RGD-
V01
LOW-DC-H
SFP-10G-LR
V02
GLC-LX-SM-
V02
RGD
Installatiehandleiding
PRAESENSA
Bosch Security Systems B.V.