Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Bosch Security PRAESENSA Installatiehandleiding pagina 265

Inhoudsopgave

Advertenties

PRAESENSA
Open interface
Naast contactingangen en -uitgangen en besturing via een oproeppost met extensies,
ondersteunt de PRAESENSA VACIE een op TCP/IP gebaseerde open interface met
verbindingsbewaking voor interfaces met een of meer externe besturingsapparaten, zoals
gestandaardiseerde gebruikersinterfaces op basis van voorschriften van plaatselijke
wetgeving. Deze interface biedt enkel toegang tot functies van niveau 1 en 2. Verplichte
functies van het VACIE worden niet onderdrukt.
Multi-subnet
Een PRAESENSA-systeem kan worden geïnstalleerd in netwerken met meerdere subnetten
met ondersteuning voor multi-VLAN. De meerdere subnetten worden verdeeld door een
router. Raadpleeg Systeemtopologieën, pagina 42 . Dit systeemontwerp vereist het gebruik
van netwerksynchronisatoren in elk subnet: een OMN-ARNIE Netwerksynchronisator
enterprise voor het hoofdsubnet en een OMN-ARNIS Netwerksynchronisator single; een voor
elk extra subnet.
Bosch Security Systems B.V.
Checklist voor conformiteit met EN 54‑16 / EN 54‑4
PRAESENSA-besturingsuitgangen zijn potentiaalvrije relaiscontacten die niet beschikken
over de mogelijkheid om de verbindingen van de besturingsuitgangen te bewaken. De
besturingsuitgangen mogen niet worden gebruikt als uitgangen voor
branddetectieapparaten. Gebruik de besturingsuitgangen van de bedienings- en
weergaveapparatuur voor dat doeleinde. Zie het gedeelte Contactuitgangen, pagina 153 .
Een niet-gecertificeerde pc, die is verbonden via de open interface, mag niet worden
gebruikt als enige gebruikersinterface om de VACIE in de status gesproken woord
ontruiming te schakelen.
De open interface mag alleen worden gebruikt als interface tussen bedienings- en
weergaveapparatuur en de VACIE in het geval van de Smart Safety Link tussen de Bosch
FPA 5000 CIE (bedienings- en weergaveapparatuur) en de Bosch PRAESENSA VACIE.
De open interface mag worden gebruikt met een pc op hetzelfde netwerk voor het
doeleinde van gebeurtenisregistratie, met inbegrip van de mogelijkheid om de status
storingsalarm en de status gesproken woord ontruiming te bevestigen en/of resetten.
Elk OMN-ARNIE of OMN-ARNIS moet worden gevoed door een 48 V DC output van de
PRA-MPS3 via een Mean Well DC/DC omvormer, model DDR-60L-12. Dit brengt de
vereiste ononderbreekbare 12 V DC voedingsspanning tot stand.
Voor de multi-subnettopologie is een Layer 3 (L3) switch of router vereist. Hiervoor is de
industriële Ethernet-switch CISCO IE-5000-12S12P-10G gecertificeerd met PRAESENSA.
Er is switchcontrole vereist die gebruikmaakt van beveiligde SNMP V3. De PRA-SCL
gebruikt SNMP V3 voor de controle van de CISCO IE-5000-12S12P-10G router/switch en
de PRA-ES8P2S switch, met softwareversie 1.01.05 of hoger. De controller kijkt naar
hun aanwezigheid en naar hun voedingsstatus en detecteert defecte of redundante
netwerkverbindingen.
Zorg ervoor dat een PRA-AD604 of een PRA-AD608 -versterker in het systeem wordt
gevoed door een PRA-MPS3 binnen hetzelfde subsysteem. Anders werkt de lifeline niet.
Dit is een vereiste voor de conformiteit met EN 54-16.
Om een EN 54-16 gecertificeerd PRAESENSA multi-subnet systeem te maken, gebruikt u
alleen gecertificeerde PRAESENSA-producten, en de aanvullende netwerk gerelateerde
producten die gecertificeerd zijn met PRAESENSA. Deze aanvullende producten vindt u
in de lijst Systeem met apparaten in verschillende subnetten, pagina 43 .
Installatiehandleiding
Conformiteit met EN 54-16 / EN 54-4 | nl 265
J/N:
J/N:
2022-10 | V1.50 |

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Pra-sclF.01u.325.042

Inhoudsopgave