PRAESENSA
–
–
Extra informatie:
–
–
Opmerking!
Wanneer een DHCP‑server wordt toegevoegd aan een bestaand PRAESENSA-netwerk waarin
de apparaten al een Link‑Local IP‑adres hebben, vragen deze apparaten een nieuw IP‑adres
op bij de DHCP‑server en krijgen ze een nieuw adres toegewezen. Als gevolg hiervan worden
netwerkverbindingen tijdelijk verbroken.
i
Wanneer een DHCP‑server wordt verwijderd uit een bestaand PRAESENSA-netwerk, blijven de
apparaten aanvankelijk werken met de toegewezen IP‑adressen. Wanneer de leaseperiode
echter verloopt, vallen ze terug op Link‑Local IP‑adressen. Aangezien dit bij verschillende
apparaten op verschillende momenten gebeurt, leidt het tot langdurige instabiliteit van het
systeem. In dit geval is het beter de voeding van het systeem uit te schakelen, de
DHCP‑server te verwijderen en het systeem weer in te schakelen.
Bosch Security Systems B.V.
169.254.0.0/16 (169.254.0.1 - 169.254.255.254) met subnetmasker 255.255.0.0. Gebruik
255.255.255.0 niet als subnetmasker! Deze Link‑Local-adressering staat ook bekend als
Automatic Private IP‑Addressing (APIPA). Het Link‑Local-adresseringschema beheert vaste
IP‑adressen in hetzelfde bereik, aangezien de apparaten de beschikbaarheid van het
IP‑adres automatisch controleren om te verzekeren dat apparaten die IPv4LL niet
ondersteunen, in hetzelfde subnet kunnen werken. IPv4LL-adressering ondersteunt
slechts één subnet; dit IP‑adresbereik is niet routeerbaar, en wordt dus verwijderd door
een router.
Dynamic Host Configuration Protocol (DHCP) is een technologie voor het automatisch
toewijzen van IP‑adressen en andere gerelateerde configuratiegegevens (zoals
subnetmasker en standaardgateway) aan elk apparaat in een netwerk. Hiertoe wordt
gebruik gemaakt van een apparaat dat een DCHP‑server bevat. Dit is een functie die
veelvuldig wordt aangetroffen in apparaten als routers of een ARNI. Zolang alle apparaten
zich binnen hetzelfde subnet bevinden, is IPv4LL de voorkeursmethode voor
adrestoewijzing. Wanneer u DHCP gebruikt, moet u ervoor zorgen dat de DHCP‑server
krachtig genoeg is, aangezien alle apparaten direct nadat het systeem wordt ingeschakeld
een adres zullen verzoeken.
Handmatig toegewezen IP-adressen, ook wel statische of vaste IP‑adressering genoemd,
worden alleen aanbevolen als u een goed begrip hebt van het netwerkbeheer en de
toegewezen IP‑adresschema's die al in gebruik zijn op het netwerk. Dit is essentieel om
botsingen en ongeldige of dubbele IP-adressen op het netwerk te voorkomen. Een geldig
IP‑adres en subnetmasker zijn verplichte op te geven waarden, terwijl een
standaardgateway en adres van DNS‑server optionele waarden zijn. De standaardgateway
is verplicht wanneer gegevens het LAN (Local Area Network) verlaten en de DNS‑server is
verplicht wanneer een ARNI wordt gebruikt in het systeem. Als er een DHCP‑server actief
is, wordt naast het gebruik van vaste IP‑adressen tevens aanbevolen de vaste IP‑adressen
uit te sluiten van het DHCP‑adresbereik. Momenteel worden handmatig toegewezen IP-
adressen niet ondersteund door PRAESENSA.
Sommige apparaten hebben meerdere IP‑adressen. Dit heeft betrekking op apparaten
die meerdere netwerkinterfacekaarten (NIC's) bevatten of op de protollen die deze
gebruiken. Voorbeelden hiervan zijn de systeemcontroller en de oproeppost, die een IP-
adres van de controller en een audio-IP-adres bevatten.
Beheerde switches hebben een geldig IP‑adres nodig om de configuratie te kunnen
wijzigen.
Algemene installatieprocedures en instructies | nl
Installatiehandleiding
37
2022-10 | V1.50 |