164 nl | Omgevingsgeluidsensor (ANS)
Sluit de versterker aan op het netwerk met afgeschermde Gb-Ethernet-kabels (bij voorkeur
CAT6A F/UTP) met RJ45-connectoren. Wanneer de geluidsensor waterbestendig moet zijn
(IP65), moet de netwerkkabel door de meegeleverde kabelwartel worden getrokken. In dat
geval moet de RJ45-connector in het veld worden geïnstalleerd.
12.5.4
Positionering van omgevingsgeluidssensoren
De PRA-ANS omgevingsgeluidssensor meet het geluidsniveau in een zone en communiceert de
ruisniveaugegevens rechtstreeks naar de systeemcontroller. De systeemcontroller past het
uitgangsniveau van de betrokken versterkerkanalen dienovereenkomstig aan. Monteer de
geluidsensor in het nagalmveld van de belangrijkste geluidsbronnen om een goede dekking van
een zone te waarborgen. Anders is de correlatie tussen het gemeten geluidsniveau en het
geluidsniveau dat het publiek ervaart, sterk afhankelijk van de locatie van de geluidsbron. In
veel gevallen is een locatie vlak bij het plafond of hoog aan de muur beter. Als AVC ook wordt
gebruikt voor achtergrondmuziek, moet de geluidsensor zich niet in de buurt van de
luidsprekers bevinden.
In grote ruimtes met een relatief korte weerkaatsingstijd is mogelijk meer dan één sensor
nodig om het omgevingsgeluid nauwkeurig te kunnen detecteren. Een zone kan maximaal vier
geluidssensoren bevatten. De sensor met het hoogst gemeten ruisniveau bepaalt, na
compensatiecorrectie, de AVC-instelling.
12.5.5
Waterbestendigheid
De omgevingsgeluidssensor kan binnen en, met een aantal voorzorgsmaatregelen, ook buiten
worden geïnstalleerd. De sensor moet worden beschut tegen direct zonlicht om oververhitting
te voorkomen, maar ook tegen sneeuw en ijs om te voorkomen dat geluid de microfoon niet
kan bereiken. Wanneer de kabelwartel wordt gebruikt voor invoer van netwerkkabels, is de
behuizing waterbestendig. De voorzijde van de geluidssensor met zijn microfoon en
indicatoren wordt beschermd door speciaal hydrofoob gaas dat waterbestendig en akoestisch
transparant is.
–
–
Wanneer de Ethernet-kabel door een correct vastgedraaide kabelwartel binnenkomt en het
frontpaneel van het apparaat is geïnstalleerd, is het apparaat beschermd tegen waterstralen
uit alle richtingen onder lage druk. Dit komt overeen met de bescherming volgens IP65 en
NEMA 4. Aangezien deze normen voorschrijven dat geen enkel beschermend onderdeel van het
product zonder gereedschap kan worden verwijderd, kan het vervangbare frontpaneel met
2022-10 | V1.50 |
Voor inbouwmontage binnenshuis (niet waterbestendig) kan de RJ45-connector van de
Ethernet-kabel in de aansluiting aan de achterzijde van het basisapparaat C worden
gestoken. Voor inbouwmontage buitenshuis (waar waterbestendigheid belangrijk is)
worden de kabelwartel F, aansluitkap G en afdichtingspakking H gebruikt om de RJ45-
verbinding te beschermen.
Voor opbouwmontage is tevens de achterkap nodig. De afdichtingspakking B, tussen het
basisapparaat en de achterkap, beschermt tegen water en zorgt voor een stevige
verbinding tussen beide onderdelen. Voor gebruik binnenshuis (niet waterbestendig) kan
een gat voor invoer van netwerkkabels in het midden van de achterkap worden geslagen.
Naar keuze kan aan de achterzijde of aan een van de zes vlakke zijden een gat worden
geboord, afhankelijk van de plaats waar de kabel vandaan komt. Voor buitenmontage
wordt kabelwartel F op de achterkap gebruikt (niet op het basisapparaat) om het water
buiten te houden. In de volgende gedeelten volgen gedetailleerde montagebeschrijvingen.
Installatiehandleiding
PRAESENSA
Bosch Security Systems B.V.