PRAESENSA
20
Toepassingsinformatie
Soms gelden voor toepassingen die PRAESENSA gebruiken, zeer specifieke eisen of
uitdagingen op het gebied van de installatie. In dit hoofdstuk vindt u mogelijke oplossingen
voor sommige van deze eisen of uitdagingen.
20.1
100 Mbps-apparaten aansluiten
Sommige Dante apparaten beschikken over alleen een 100BASE‑TX-verbinding. Daarnaast zijn
er veel besturingsapparaten, zoals een brandalarmsysteem, die alleen een 100BASE‑TX-
verbinding ondersteunen. Dit is ook het geval bij de Bosch Smart Safety Link. Apparaten met
een 100BASE‑TX-netwerkinterface (lage snelheid) zijn alleen toegestaan op de eindpunten van
een PRAESENSA-netwerk en mogen niet worden doorgelust. Maar zelfs als een dergelijk
apparaat wordt verbonden als eindpunt, moet rekening worden gehouden met het
maximumaantal audiokanalen op het netwerk. PRAESENSA gebruikt multicastverkeer dat in
feite binnen het subnet wordt uitgezonden naar alle switch-poorten. Omdat elk OMNEO kanaal
2,44 Mbps vereist, moet het aantal OMNEO (multicast)audiokanalen onder het maximum van
20 worden gehouden, om de beschikbare netwerkbandbreedte niet te overschrijden.
Wanneer meer dan 20 gelijktijdige multicast-audiokanalen nodig zijn op het netwerk, moet het
doorsturen van dit verkeer naar de 100 Mbps-verbinding worden vermeden. Dit is mogelijk
door een switch met IGMP-snooping te gebruiken. De lagesnelheids 100 Mbps‑apparaten
moeten dan worden aangesloten op een poort op de switch waarvoor IGMP‑snooping op de
desbetreffende poort wordt uitgevoerd. OMNEO apparaten mogen worden aangesloten op
andere poorten van die switch, maar voor deze poorten moet IGMP‑snooping worden
uitgeschakeld en deze poorten mogen multicastverkeer niet filteren.
Opmerking!
i
Het is erg belangrijk dat OMNEO of Dante apparaten niet achter een poort worden
aangesloten die IGMP‑snooping gebruikt. Zie Netwerkswitches, pagina 34 .
Opmerking!
Dante apparaten die zijn gebaseerd op de Ultimo-chip van Audinate (bijv. Dante AVIO-
i
audionetwerkadapters, Atterotech unDIO2X2+) zijn beperkt tot een 100BASE‑TX-verbinding.
Wanneer een dergelijk apparaat wordt gebruikt, is het maximumaantal gelijktijdige OMNEO-
audiokanalen in PRAESENSA 20.
20.2
Langeafstandsverbindingen
Koperen CAT‑bedrading voor Ethernet is beperkt tot een afstand van 100 m tussen
knooppunten. Langere afstanden kunnen worden bestreken met Gigabit-glasvezelverbindingen
met SFP-transceivers. Sommige PRAESENSA-apparaten hebben hiervoor een of meer SFP-
aansluitingen. Maar oproepposten hebben Power-over-Ethernet (PoE) nodig, dat niet via
glasvezelverbindingen kan worden overgebracht. Er zijn verschillende mogelijkheden voor
afstanden boven 100 m:
–
–
Bosch Security Systems B.V.
U kunt speciale Ethernet-kabels gebruiken die 1 Gbps en PoE+ leveren over 200 m en
kunnen worden aangelegd en beëindigd als een CAT6-kabel.
Zie Gamechanger-kabels (http://www.paigedatacom.com/).
Gebruik een of meer Gigabit PoE Ethernet-extenders/repeaters. Doorgaans kunnen vier of
vijf van deze eenheden worden doorgelust, waarbij elke eenheid een nieuw gedeelte van
100 m toevoegt, tot ongeveer 600 m in totaal. De repeaters zelf worden gevoed vanuit de
inkomende PoE-bron en sturen tevens PoE door naar de aangesloten oproeppost.
Installatiehandleiding
Toepassingsinformatie | nl 247
2022-10 | V1.50 |