248 nl | Toepassingsinformatie
–
Er zijn ook Ethernet-bridges op de markt die nog grotere afstanden kunnen bestrijken en die
CAT-, coax- of telefoonbedrading gebruiken. Hoewel deze Gigabit Ethernet-verbindingen op de
eindapparaten kunnen hebben, gebruiken ze geen 1000BASE‑T Ethernet op de
langeafstandsverbindingen maar andere (langzamere) communicatieverbindingen zoals VDSL.
Gebruik dit soort bereikextenders niet voor PRAESENSA omdat ze te veel jitter bij de
aankomst van pakketten ondervinden en geen ondersteuning bieden voor PTP voor de
synchronisatie van audio-apparaten! Om dezelfde reden kunnen Wi-Fi- of andere draadloze
interfaces niet worden gebruikt.
20.3
Compatibiliteit met andere netwerkgegevens
Apparaten die OMNEO/Dante/AES67 gebruiken, dienen nooit te worden gebruikt met actieve
CobraNet-apparaten op hetzelfde netwerk om verstoring van klokgegevens te vermijden. Als
dit niet mogelijk is, gebruik dan een extra VLAN om CobraNet-apparaten gescheiden te
houden.
Zorg dat het netwerk geen jumboframes bevat, omdat deze de pakket-jitter tot een
onacceptabel niveau verhogen. Eén pakket in een jumboframe kan tot 9000 bytes bevatten,
waarmee het netwerk te lang zou worden geblokkeerd voor ander verkeer.
20.4
Statische IP-binding
Veel toepassingen en apparaten ondersteunen het tot stand brengen van verbindingen via
hostnamen, zodat ze geen vast of statisch IP‑adres nodig hebben om een verbinding tot stand
te brengen. Het gebruik van hostnamen is gemakkelijker te configureren en onderhouden,
omdat hiermee IP‑adresconflicten worden voorkomen en hardwarevervangingen worden
vergemakkelijkt. Sommige toepassingen bieden echter (nog) geen ondersteuning voor
hostnamen, en hebben een IP‑adres nodig voor het instellen van een verbinding.
Opmerking!
De Bosch modulaire brandmeldcentrale FPA‑5000 kan het PRAESENSA-systeem besturen via
de Open Interface van de PRAESENSA-systeemcontroller. Deze verbinding met de naam
i
Smart Safety Link creëert een interface tussen het branddetectiesysteem en het gesproken
woord ontruimingssysteem. De FPA‑5000 ondersteunt echter uitsluitend een statisch IP‑adres
voor het tot stand brengen van een verbinding en de PRAESENSA-systeemcontroller
ondersteunt de configuratie van een statisch IP‑adres niet. Om dit probleem op te lossen is
een functie nodig die IP‑binding wordt genoemd.
Het configureren van een statisch IP‑adres in de systeemcontroller wordt niet ondersteund.
Gebruik van het Link Local-adres van de systeemcontroller of een adres dat is toegewezen
door een DHCP‑server is niet mogelijk, omdat dit adres kan veranderen na uit- en inschakelen,
2022-10 | V1.50 |
Meerdere repeaters hebben mogelijk een PoE+ voedingsbron nodig om voldoende
resterende PoE-voeding te hebben voor de oproeppost. Deze extenders hebben geen
netvoeding nodig.
Sommige extenders bieden een PoE vaste-lijn-oplossing van maximaal 800 m waarvoor
geen apparatuur in het midden van de kabel en geen voedingsbron aan het andere
uiteinde vereist zijn, maar alleen voor 100BASE‑T Ethernet. Als uitzondering op de regel
dat 1000BASE‑T vereist is, kan dit alleen voor apparaten aan de rand worden gebruikt,
zoals een enkele oproeppost zonder doorlusverbinding met andere PRAESENSA-
apparaten. Het aantal OMNEO (multicast)audiokanalen moet onder het maximum van 20
blijven om de beschikbare netwerkbandbreedte niet te overschrijden. Zie het gedeelte
100 Mbps-apparaten aansluiten, pagina 247 voor meer informatie.
Zie Longspan (http://www.veracityglobal.com/).
Installatiehandleiding
PRAESENSA
Bosch Security Systems B.V.