PRAESENSA
19.5.3
Netaansluiting
Met de klemblokconnector is de bedrading eenvoudig en snel.
Volg de onderstaande procedure om de netvoeding aan te sluiten op de voeding:
1.
2.
3.
4.
5.
De eenheid is beveiligd met een interne zekering (niet vervangbaar) bij de L-ingang en de
voeding is getest en goedgekeurd op stroomgroepen van 20 A (UL) en 16 A (IEC) zonder extra
beveiligingsapparaat. Een extern beveiligingsapparaat is alleen vereist als de stroomgroep die
de voeding levert een hogere stroomcapaciteit dan de hiervoor vermelde waarden heeft. Zo
moet, als een extern beveiligingsapparaat noodzakelijk is of wordt gebruikt, een
stroomonderbreker worden gebruikt met een minimumwaarde van 4 A (B-karakteristiek) of 2 A
(C‑karakteristiek).
Voorzichtig!
De interne zekering mag niet worden vervangen door de gebruiker. In geval van een intern
!
defect moet de eenheid worden geretourneerd voor inspectie.
19.5.4
Uitgangsaansluiting
Gebruik de positieve (+) en negatieve (-) schroefaansluitingen om de 24 V (PRA-PSM24)- of
48 V (PRA-PSM48)-verbinding tot stand te brengen. Met de potentiometer op de voorzijde kan
de uitgangsspanning worden verhoogd tot 28 V of 56 V, maar voor gebruik met PRAESENSA
moet de voeding op 24 V of 48 V ingesteld blijven. De groene LED DC OK geeft aan dat de
uitgang goed functioneert. Het apparaat heeft een kortsluitings-, overbelastings- en
overspanningsbeveiliging.
Ga als volgt te werk om de uitgang aan te sluiten op een PRAESENSA-apparaat:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Bosch Security Systems B.V.
Gebruik standaard flexibele (meeraderige) kabels of kabels met vaste kern met een
diameter van 0,75 tot 2,5 mm² (AWG 18 tot 14), die bestand zijn tegen een
bedrijfstemperatuur van 75 °C.
Voor stevige en betrouwbare verbindingen moet de striplengte 7 mm bedragen.
Om veiligheidsredenen moet worden verzekerd dat alle draden volledig in de
aansluitklemmen zijn geplaatst. Conform EN 60950 / UL 60950 zijn voor flexibele kabels
flensbusjes vereist.
Zet de verbindingsdraden voor L (Live), N (Neutral, neutraal) en PE (Protective Earth,
beschermende aarding) vast op de ingangsklemblokconnector om de 100 tot 240 VAC-
aansluiting tot stand te brengen, waarbij u een moment van 0,5 Nm gebruikt.
Steek de connector in de voeding.
Gebruik een PRA-PSM24 om een PRA-SCx systeemcontroller of randapparaat die/dat is
ontworpen voor 24 V-werking van voeding te voorzien.
Gebruik een PRA-PSM48 om een PRA-AD60x meerkanaals versterker of PRA-ES8P2S
Ethernet-switch, die is ontworpen voor 48 V-werking, van voeding te voorzien.
Gebruik standaard flexibele (meeraderige) kabels of kabels met vaste kern met een
diameter van 1,5 tot 2,5 mm² (AWG 16 tot 14), die bestand zijn tegen een
bedrijfstemperatuur van 75 °C.
Voor stevige en betrouwbare verbindingen moet de striplengte 7 mm bedragen.
Om veiligheidsredenen moet worden verzekerd dat alle draden volledig in de
aansluitklemmen zijn geplaatst. Conform EN 60950 / UL 60950 zijn voor flexibele kabels
flensbusjes vereist.
Zet de schroeven van de draadaansluitingen vast met een moment van 0,5 Nm.
Installatiehandleiding
Voedingsmodule (PSM24, PSM48) | nl 243
2022-10 | V1.50 |