Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Aansluitingen; Pneumatische Aansluitingen; Manometer; Voedingsdruk - Samson 3780 Inbouw- En Bedieningsvoorschrift

Verberg thumbnails Zie ook voor 3780:
Inhoudsopgave

Advertenties

Aansluitingen

3 Aansluitingen

3.1 Pneumatische aansluitingen

De luchtaansluitingen zijn als gat met NPT
1/4 of G 1/4 uitgevoerd. Inschroefkoppe-
lingen voor metalen en koperen leiding of
kunststof slangen kunnen worden gebruikt.
Belangrijk!
De lucht moet droog zijn en vrij van olie en
stof. De onderhoudsvoorschriften voor de
voorgeschakelde reduceerstations moeten
absoluut worden aangehouden. De luchtlei-
dingen moeten voor het aansluiten grondig
worden doorgeblazen.
De steldrukaansluiting is bij directe aan-
bouw op de aandrijving type 3277 vast ge-
geven; bij aanbouw conform Namur wordt
deze afhankelijk van de veiligheidspositie
"membraanstang ingaand resp. uitgaand"
aan de onder- of de bovenzijde van de aan-
drijving uitgevoerd. Ontluchting: De aanslui-
ting voor de ontluchting van de klepstand-
steller bevindt zich op de montagetoebeho-
ren. Bij directe aanbouw bevindt zich een
ont- en beluchtingsstop op het kunststof dek-
sel van de aandrijving; bij Namur-aanbouw
op de adapter en bij aanbouw voor draai-
aandrijvingen op het tussenstuk resp. op de
omkeerversterker.

3.1.1 Manometer

Voor het bewaken van de klepstandsteller
wordt de aanbouw van manometers voor
voedingsdruk en steldruk aanbevolen. Deze
onderdelen zijn als toebehoren in de tabel-
len 3, 4 resp. 6 opgesomd.
24
EB 8380-1 NL

3.1.2 Voedingsdruk

De benodigde voedingsdruk is afhankelijk
van het nom. signaalbereik en de werkings-
richting (veiligheidspositie) van de aandrij-
ving. Het nom. signaalbereik is als veerbe-
reik of steldrukbereik op de typeplaat aan-
gegeven.
Membraanstang uitgaand FA
Benodigde voedingsdruk =
nom. signaalbereik-eindwaarde + 0,2 bar,
tenminste 1,4 bar.
Membraanstang ingaand FE
De benodigde voedingsdruk bij dichtsluiten-
de ventielen wordt door schatting uit de
maximale steldruk pst
⋅ π ⋅ ∆p
d
2
pstmax = F +
4 ⋅ A
d = zittingdiameter [cm]
∆p= verschildruk op ventiel [bar]
A = aandrijfoppervlak [cm2]
F = nom. signaalbereik-eindwaarde aandrijving [bar]
Wanneer er geen informatie beschikbaar is
wordt er als volgt te werk gegaan:
Benodigde voedingsdruk = nom. signaalbe-
reik-eindwaarde + 1 bar
2...3mm
Moer
Fig. 7 ⋅ Montage manometer
bepaald
max
[bar]
Smoring met filter
(1790-6121)

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave