1.2 Communicatie
Voor de communicatie moet de klepstand-
steller met een interface voor het HART-pro-
tocol (Highway Adressable Remote Transdu-
cer) worden uitgerust. De gegevensover-
dracht volgt in de vorm van een gesuperpo-
neerde frequentie (FSK = Frequency Shift
Keying) over de aanwezige signaalkabels
van het uitgangssignaal 4...20 mA. Com-
municatie en bediening van de klepstand-
steller kunnen ofwel via een HART-handter-
minal worden uitgevoerd of via een PC met
8
FSK
7
6
Fig. 2 ⋅ Schema
G
µC
2
5
1
µC
e
p
3
e
p
4
een FSK-modem via de interface RS 232.
De klepstandsteller maakt na een mechani-
sche nulstelling een automatische inbedrijf-
name mogelijk via een initialisatieprocedu-
re. Daarbij wordt het nulpunt zelfstandig in-
gesteld en het ingestelde bereik wordt ge-
controleerd.
De klepstandsteller wordt met een stan-
daard configuratie voor een regelventiel
voor geïntegreerde aanbouw en 15 mm
slag geleverd.
Een individuele configuratie en aanpassing
aan daarvan afwijkende aandrijvingen kan
1
1
Inductieve wegopnemer
2
Microcontroller
3
Schakelventiel
aanvoerlucht
4
Schakelventiel afvoerlucht
5
Microcontroller
6
Drukregelaar
7
Voeding 1,4 ... 6 bar
8
Gewenste waarde
4 .. 20 mA
met gesuperponeerd FSK-signaal
10
Membraanstang
11
Hefboom
Constructie en werking
12
11
10
EB 8380-1 NL
11