b Synchronisatie met een extern
apparaat
• Als het externe Genlock-signaal niet correct is of wanneer er geen
invoersignaal aanwezig is, dan bestaat het risico dat de opgenomen
externe tijdcode niet juist is.
• Als een extern tijdcodesignaal wordt ontvangen, dan wordt de eigen
tijdcode van de camcorder hiermee gesynchroniseerd en blijft de
synchronisatie zelfs behouden als u de kabel uit het TIME CODE-
aansluitpunt verwijdert. De synchronisatie raakt echter verstoord als u
de hieronder genoemde handelingen uitvoert terwijl de kabel niet
aangesloten is; de juiste tijdcode wordt hersteld zodra u de kabel weer
aansluit.
- Als u de camcorder uit- en weer aanzet
- Als u de bedieningsstand op
- Als u de videoconfiguratie wijzigt
- Als u de beeldsnelheid wijzigt
• Als het externe tijdcodesignaal niet juist is of wanneer er geen
invoersignaal aanwezig is, dan wordt in plaats hiervan de interne
tijdcode opgenomen die is ingesteld in het submenu [L TC/UB
Setup]
[Time Code].
• Als de camcorder een extern tijdcodesignaal volgt, dan wordt
[EXT-LOCK] weergegeven op het zijpaneel.
Uitvoer tijdcodesignaal
De tijdcode wordt uitgevoerd vanaf het TIME CODE-aansluitpunt als een
op de SMPTE-standaard gebaseerd LTC-timingsignaal. De User Bit
wordt ook uitgevoerd. Stel het TIME CODE-aansluitpunt in op uitvoer
voordat u het apparaat aansluit. Als u de optie [N Video Setup]
[SDI Output] instelt op [HD] of [SD], dan wordt de ingesloten tijdcode
uitgevoerd vanaf het HD/SD SDI-aansluitpunt.
Bedieningsstanden:
OPMERKINGEN
• De User Bit van het tijdcodesignaal wordt uitgevoerd terwijl de
camcorder opneemt in de stand
clip in de stand
.
zet
of tijdens het afspelen van een
Opnemen
3
87