Inhoudsopgave
Advertenties
Het ND-filter gebruiken
• Als u een toewijzingsknop toewijst aan [Backlight] of [Spotlight]
(0 107), kunt u op de betreffende knop drukken om de
lichtmetingsstand te wijzigen.
Gebruik van de ND-filters stelt u in staat het diafragma binnen een
geschikt bereik te houden als u opnamen maakt in een heldere
omgeving*.
* Als u opnamen maakt in een heldere omgeving, wordt door de camcorder het
diafragma gesloten. Dit kan tot gevolg hebben dat, afhankelijk van de zoomstand,
het beeld wazig wordt. Gebruik van het ND-filter of selectie van een snellere
sluitertijd kan dergelijke wazigheid verminderen.
Bedieningsstanden:
Zet de ND FILTER-schakelaar op de gewenste instelling.
• De filterinstelling verschijnt aan de linkerzijde van het scherm.
ND-filterinstellingen
Schakelaarinstelling
OFF
1
2
3
OPMERKINGEN
• Tijdens de automatische diafragmaregeling (0 66) zal de
waarschuwing van het ND-filter verschijnen als de huidige instelling niet
geschikt is. Voer de actie uit die staat beschreven in de volgende tabel.
Waarschuwing
[ND CLR] (knippert)
Zet de ND FILTER schakelaar op OFF.
[ND1 1/4] (knippert)
Zet de ND FILTER-schakelaar op 1.
[ND2 1/16] (knippert)
Zet de ND FILTER-schakelaar op 2.
[ND3 1/64] (knippert)
Zet de ND FILTER-schakelaar op 3.
[ND] wordt
De ND FILTER-schakelaar staat tussen twee posities. Zet de
weergegeven in een
schakelaar op de juiste wijze in de gewenste positie.
rode kleur
• Afhankelijk van de scène kan de kleur veranderen als u het ND-filter in-
of uitschakelt. In een dergelijk geval kan het effectief zijn om een
aangepaste witbalans in te stellen (0 72).
Schermsymbool
Geen symbool
[ND1 1/4]
[ND2 1/16]
[ND3 1/64]
Wat u moet doen
Opnemen
Het ND-filter gebruiken
3
69
Advertenties
Inhoudsopgave
