3
[l Camera Setup]
[AF Mode]
[Speed]
[Instant]
56
Scherpstelling
Opnemen
Autofocusstand
De camcorder maakt gebruik van het TTL-autofocussysteem en stelt
continu scherp op het onderwerp in het midden van het scherm. Het
scherpstelbereik is 2 cm (bij maximale groothoek, gemeten vanaf de
voorzijde van de lenscilinder) tot f.
Tijdens de autofocusstand kunt u aan de scherpstelring draaien om
handmatig scherp te stellen. Als u niet langer aan de scherpstelring
draait, keert de camcorder terug naar de autofocusstand. Dit komt
bijvoorbeeld van pas als u scherp wilt stellen op een onderwerp aan de
andere kant van een raam.
1 Druk op de scherpstelstandring op de PUSH-knop (knop voor
ontgrendeling van de scherpstelstandring) en draai de ring naar
AF/MF.
2 Zet de FOCUS-schakelaar op A.
• Aan de linkeronderzijde van het scherm verschijnt [I.AF].
De autofocusstand instellen
U kunt selecteren hoe de camcorder tijdens de autofocusstand scherp stelt.
1 Open het autofocus-submenu [Speed].
[l Camera Setup]
2 Selecteer de gewenste optie en druk vervolgens op SET.
Opties
[Instant]:
[Normal]:
[AF Mode]
Stelt de autofocusstand in op Instant AF. Er wordt scherp
gesteld met de hoogste snelheid. Deze stand is erg handig
wanneer u opnamen maakt onder omstandigheden met veel of
weinig licht. Deze stand maakt gebruik van zowel het TTL-
systeem als een externe sensor om scherp te stellen.
Stelt de autofocusstand in op Normal AF. Er wordt automatisch
scherp gesteld met een stabiele snelheid.
[Speed]