Voorkeuze instellen
4
116
Voorkeuze-instellingen
[HV Detail Bal.]: Stelt de verhouding in tussen horizontaal en verticaal
detail. Hogere waarden benadrukken het verticale detail
terwijl lagere waarden het horizontale detail benadrukken.
Deze waarde kan worden ingesteld tussen -8 en 8.
(Standaard: 0)
[Limit]:
Beperkt hoeveel scherpte wordt toegepast. Deze waarde
kan worden ingesteld tussen -50 en 50. (Standaard: 0)
[Select]:
Naast het scherpteniveau dat wordt ingesteld met
[Level], wordt door [Select] de scherpte ingesteld voor
gebieden met hogere frequenties. Hogere waarden
passen meer scherpte toe op gebieden met hogere
frequenties. Gebruik deze optie voor onderwerpen
waarbij een normale scherpte-instelling niet effectief is.
Deze optie is niet beschikbaar als de resolutie 720P is.
Deze waarde kan worden ingesteld tussen 0 en 15.
(Standaard: 0)
[Knee Aperture]: Stelt u in staat de scherpte van alleen de gebieden boven
het knee point in te stellen door de gain en slope te
wijzigen. Deze optie is niet beschikbaar als [Gamma] is
ingesteld op [Cine 1] of [Cine 2].
[Gain]: Stelt de hoeveelheid scherpte in. Deze waarde kan worden
ingesteld tussen 0 en 9. (Standaard: 0)
[Slope]: Stelt de helling van de scherpte in. Deze waarde kan worden
ingesteld tussen 0 en 3; 0 heeft geen helling, 1 een steile helling en 3
een geleidelijke helling. (Standaard: 1)
[Level Depend]: Verlaagt de hoeveelheid scherpte die wordt toegepast op
donkere gebieden van het beeld.
[Level]: Stelt de helderheid in van de donkere gebieden van het beeld
die worden beïnvloed. Deze waarde kan worden ingesteld tussen 0 en
50. (Standaard: 0)
[Slope]: Bepaalt de helling van het gebied tussen de onderste en
bovenste gedeelten van de gammacurve. Deze waarde kan worden
ingesteld tussen 0 en 3; 0 heeft geen helling, 1 een steile helling en
3 een geleidelijke helling. (Standaard: 0)
[Offset]: Stelt het scherpteniveau in van donkere gebieden in het beeld.
Instelling van hogere waarden verlaagt het scherpteniveau. Deze
waarde kan worden ingesteld tussen 0 en 50. (Standaard: 0)
Ruisreductie ([Noise Reduction])
Reduceert de hoeveelheid ruis die in het beeld verschijnt. Selecteer
[Automatic] als u de camcorder de ruis automatisch wilt laten instellen.
Selecteer anders een niveau tussen 1 (laagste niveau) en 8 (hoogste
niveau), of selecteer [Off] als u de ruisreductie wilt uitschakelen.
(Standaard: [Automatic])
Huiddetail ([Skin Detail])
De camcorder past een verzachtend filter toe op gebieden in het beeld
met huidtinten om onderwerpen een aangenamer voorkomen te geven.