Inbedrijfstelling
Voor het invoeren van Imp./100 m zijn er 2
mogelijkheden:
•
De waarde is bekend (zie Afb. 29) en
wordt handmatig in de AMATRON
ingevoerd.
•
De waarde is niet bekend en wordt
door het rijden van het meetraject van 100
m bepaald.
Kalibratiewaarde bepalen door het afleggen van
een meettraject:
•
Meet op het veld een meettraject van exact
100 m af. Markeer het begin- en eindpunt
van het meettraject (Afb. 28).
•
Start de kalibratie.
•
Rij het meettraject van begin- tot eindpunt
helemaal (bij het wegrijden springt de teller
op 0). Op het display worden steeds de
bepaalde impulsen weergegeven.
•
Stop na 100 m. Op het display wordt nu het
aantal bepaalde impulsen aangegeven.
•
Neem de waarde impulsen/100m
over.
•
Neem de waarde impulsen/100m
niet over.
De kalibratiewaarde "impulsen/100m"
is afhankelijk van het soort
zaaimachine en de bodem.
24
+
Afb. 27
Afb. 28
Machinetype
EDX 4500
EDX 6000
EDX 9000-T
Afb. 29
Theoretische
kalibratiewaarde
impulsen/100m
1950
1187
Amatron+ BAG0062.0 02.08