Montage-instructies
3.3
Voedingskabel
De benodigde bedrijfsspanning bedraagt 12 V en
moet direct van de accu worden betrokken.
Vóór het aansluiten van de
AMATRON
meerdere accu's moet in de
bedieningshandleiding van de trekker
of door navraag bij de trekkerfabrikant
worden nagegaan, op welke accu de
computer moet worden aangesloten!
1. Leid de voedingskabel van de trekkercabine
naar de accu van de trekker en maak deze
vast. Bij het aanbrengen mag de
voedingskabel niet worden geknikt.
2. Maak de voedingskabel op de gewenste
lengte.
3. Verwijder over een lengte van ca. 250 tot
300 mm de mantel van het kabeluiteinde
(Afb. 3).
→
Verwijder de isolatie van de laatste 5 mm
van de kabeluiteinden (Afb. 3).
4. Steek de blauwe draad (massa) in een
kabelschoentje (Afb. 4/1).
5. Maak de mof vast aan de kabel door deze
met een krimptang plat te drukken.
6. Steek de bruine draad (+ 12 V) in het vrije
uiteinde van de verbindingsmof (Afb. 4/2).
7. Maak de mof vast aan de kabel door deze
met een krimptang plat te drukken.
8. Laat de verbindingsmof (Afb. 4/2) met een
aansteker of föhn krimpen totdat de lijm
tevoorschijn komt.
9. Sluit de voedingskabel aan op de accu van
de tractor:
ο
Bruine kabel op +.
ο
Blauwe kabel op -.
10
+
op een trekker met
Afb. 3
Afb. 4
Amatron+ BAG0062.0 02.08