8 Instellingen
Parameters
Tau gebouw WAR
AP079
Tout voor vorstbev
AP080
Buitensensor bron
AP091
8.15.4
>
Installateur > Systeeminstallatie > Warmtepomp
Tab.63
> Algemeen
Parameters
CV-functie aan/uit
AP016
SWW-functie aan/uit
AP017
CV instelpt max. sys
AP063
Toestelpomp functie
AP102
Nadraaitijd CV pomp
PP015
84
Merc-A R32 4-8
Beschrijving van de parameters
Instelling aanwarm- en afkoelsnelheid.
Tijdconstante van het gebouw voor
weersafhankelijk regelen.
Instelbaar van 0 tot 10
0 = 10 uur voor een gebouw met een lage ther
mische inertie,
3 = 22 uur voor een gebouw met een normale
thermische inertie,
10 = 50 uur voor een gebouw met een hoge
thermische inertie.
Wijziging van de fabrieksinstelling heeft slechts in
enkele uitzonderlijke gevallen zin.
Buitentemperatuur waaronder de vorstbeveiliging
wordt geactiveerd :
Instelbaar van -30 t/m 20°C
Ingesteld op -30 °C = functie UIT
Type van te gebruiken buitensensorverbinding
Auto
Bedrade sensor
Draadloze sensor
Internet gemeten
Geen
Beschrijving van de parameters
CV-functie activeren
Uit
Aan
Warm water functie activeren
Uit
Aan
instelpunt van maximum aanvoertemperatuur voor stoken in
centrale-verwarmingsmodus
Instelbaar van 20 °C tot 75 °C
Toestelpompfunctie groep of systeem pomp
Nee
Ja
Pompnadraaitijd CV.
Kan ingesteld worden van 0 Min tot 99 min.
Stel in op 99 Min: continubedrijf
3
3 °C
Auto
In het submenu Warmtepomp vindt u alle parameters die betrekking
hebben op het gedrag van de warmtepomp.
AP : Appliance Parameters = toestelparameters
HP : Heat pump Parameters = warmtepompparameters
PP : Pump Parameters = pompparameters
Fabrieksinstelling
Fabrieksinstelling
Zone1
3
3 °C
Auto
Fabrieksinstelling
Aan
Aan
Back-upketel: 75 °C
Dompelaar: 75°C
Ja
3 min.
7780267 - v05 - 22032022
Zone2
EHC–08