Download Print deze pagina

Configuratienummers Cn1 Et Cn2; Na De Inbedrijfstelling Te Controleren Punten; Instelling Van Het Debiet Van Het Directe Circuit - REMEHA Mercuria Ace Merc-A SpH R32 4-8 Installatie-, Gebruikers En Servicehandleiding

Advertenties

7 Inbedrijfstelling
Afb.69
Toegangspad
>
Installateur > Menu 'Geavanceerd' > Configuratiecode instellen > EHC–08
7.3.1

Configuratienummers CN1 et CN2

7.4

Na de inbedrijfstelling te controleren punten

Tab.32
Punten om te controleren
Ontluchter
Bedrijfsmodus
Verwarmingstemperatuur
Afb.70
7.5

Instelling van het debiet van het directe circuit

62
Merc-A R32 4-8
6. Stel de parameters CN1 en CN2 in. De waarden zijn te vinden op de
typeplaat van de binnenunit. Ze staan ook in de onderstaande tabel.
De CN1 en CN2 parameters worden gebruikt voor het aanduiden
van het type buitenunit en het type back-up op de installatie. Ze
kunnen worden gebruikt om de parameters te preconfigureren op
basis van de configuratie van de installatie.
Deze parameters zijn ook toegankelijk na ingebruikstelling:
MW-6000866-02
7. Selecteer Bevestigen om de instellingen op te slaan.
8. De warmtepomp begint zijn ontluchtingscyclus.
Configuratienummers CN1 en CN2 moeten gebruikt worden bij
inbedrijfstelling zonder smartphone. Ze dienen om de warmtepomp te
configureren afhankelijk van het type back-up en het vermogen van de
geïnstalleerde buitenunit.
Tab.31
Buitenunit
4 kW
6 kW
8 kW
Beschrijving
Zodra de installatie ontlucht is, moet de ontluchter op de open verdeler
van de binnenunit gesloten worden.
Na ingebruikstelling heeft sanitair-warmwaterbereiding prioriteit (indien
circuit aanwezig). Blijf in deze bedieningsmodus om de temperatuur te
laten stijgen en controleer of de warmtepomp goed werkt.
Aan het einde van de ontluchtingscyclus, als de warmtepomp niet start,
moet de aanvoertemperatuur op het bedieningspaneel worden gecon­
troleerd. De aanvoertemperatuur moet hoger zijn dan 10 °C om de bui­
tenunit te laten starten. Dit beschermt de condensor tijdens het ont­
1x
dooien.
Als de aanvoertemperatuur lager is dan 10 °C, starten de back-ups in
plaats van de buitenunit. De buitenunit neemt het over zodra de aan­
voertemperatuur 20 °C is.
Verwarmingsinstallaties moeten te allen tijde een minimum debiet kunnen
garanderen. Als het debiet te laag is, kan de warmtepomp zichzelf
uitschakelen voor zijn eigen veiligheid; de verwarmings-, koelings- en
sanitair-warmwaterfuncties zijn dan niet langer gegarandeerd.
CN1
CN1
Elektrisch verwar­
Back-up ketel
mingselement
7
8
9
10
11
12
CN2
11
11
11
7780267 - v05 - 22032022

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Mercuria ace merc-a spe r32 4-8