Tab.92
Dichtheidstests
Controleren
Lekdichtheid van het verwarmingscircuit
Lekdichtheid van het sanitair-warmwatercircuit
Lekdichtheid van het koudemiddelcircuit (gebruik een snuiverlekdetector)
Tab.93
Controle van de veiligheidsorganen
Controleren
Veiligheidsklep voor het overdrukventiel
Veiligheidsklep sanitair-warmwatercircuit
Expansievat
Tab.94
Andere inspectie- en onderhoudswerkzaamheden
Controleren
Elektrische aansluitingen
Schroeven en moeren
Isolatie
Filters
Waterdebiet in verwarmingsmodus
Waterdebiet in sanitair-warmwatermodus
Waterdruk
Verdamper van de buitenunit
Condensopvangbak
Ommanteling
Ventilator
Afvoerbak
11.4
Controleer de hydraulische druk
11.5
De werking van het apparaat controleren
7780267 - v05 - 22032022
Uit te voeren handelingen
Bedien de veiligheidsklep om te controleren of deze goed werkt.
Bedien de veiligheidsklep om te controleren of deze goed werkt.
Controleer de druk en pas deze aan.
Uit te voeren handelingen
Vervang defecte onderdelen en kabels.
Controleer alle schroeven en moeren (kap, houder, enz.).
Vervang de beschadigde stukken bekleding.
Reinig de filters.
Controleer het waterdebiet in de verschillende verwarmingscircuits.
Gewenst waterdebiet:
AWHPR 4 MR : 12 l/min
AWHPR 6 MR : 17 l/min
AWHPR 8 MR : 23 l/min
Controleer het waterdebiet in de sanitair-warmwatermodus.
Gewenst waterdebiet: 16 l/min
Aanbevolen hydraulische druk 0,15 tot 0,2 MPa (1,5 tot 2 bar).
Belangrijk
De drukmeting van de drukmeter kan enigszins afwijken
van die van de gebruikersinterface wanneer de circulatie
pomp in werking is.
Reinig de verdamper van de buitenunit.
Controleer het waterniveau van de bak. In geval van stagnering moet de
sifon worden gereinigd of moet worden gecontroleerd of de hefpomp func
tioneert.
Reinig de buitenzijde van het apparaat met een vochtige doek en een
zacht schoonmaakmiddel.
Voer een visuele controle uit van de rotatie en balans. Controleer de bui
tenkant en of er geen stof op blijft plakken.
Zorg ervoor dat stof en vuil het afvoerwater niet belemmeren.
Als de hydraulische druk van uw verwarmingssysteeminstallatie te hoog of
te laag is, kunnen er storingen en fouten optreden.
Aanbevolen hydraulische druk: van 1,5 bar tot 2 bar indien koud.
1. Controleer de waterdruk die op de gebruikersinterface getoond wordt.
2. Vul bij een te lage druk water bij.
3. Als er meer dan twee keer per jaar bijgevuld moet worden, controleer
dan of het verwarmingssysteem lekdicht is.
U kunt de verwarmings- of koelmodus voor de warmtepomp en back-up
geforceerd gebruiken om te controleren of ze naar behoren functioneren.
11 Onderhoud
Merc-A R32 4-8
121