6 Installatie
Afb.29
Tab.25
Buitenunit
AWHPR 4 MR
AWHPR 6 MR
AWHPR 8 MR
6.9.2
Locatie van de buitenunit selecteren
Afb.30
40
Merc-A R32 4-8
C
Eenheid
A
mm
100
mm
100
mm
100
Om ervoor te zorgen dat de buitenunit naar behoren werkt, moet de
locatie voldoen aan bepaalde voorwaarden.
1. Bepaal de ideale opstelplaats voor de buitenunit en houd daarbij
rekening met de benodigde ruimte en alle wettelijke richtlijnen.
2. Neem tijdens de installatie de beschermingsklasse IP24 van de
buitenunit in acht.
3. Vermijd de volgende locaties, rekening houdend met het feit dat de
buitenunit geluid maakt:
4. Geen enkel obstakel mag de vrije luchtcirculatie rond de buitenunit
hinderen (aanzuiging en uitmonding).
5. Zorg ervoor dat de steun aan de volgende specificaties voldoet:
MW-M001448-2
B
C
500
500
500
500
500
500
Overheersende windrichting,
Dicht bij slaapvertrekken,
Dicht bij een terras,
Tegenover een muur met ramen.
Plat oppervlak dat het gewicht van de buitenunit en de bijbehorende
accessoires kan dragen (betonnen voetstuk, betonblok of drempel).
Geen stijve verbinding met het gebouw om de overdracht van
trillingen te voorkomen.
Minimale vrije ruimte ten opzichte van de grond van 200 mm om het
apparaat vrij van water, ijs en sneeuw te houden.
Voetstuk met een metalen frame om het condenswater op de juiste
wijze te kunnen afvoeren.
Belangrijk
De breedte van het voetstuk mag niet groter zijn dan die van de
buitenunit.
De condensaatafvoer moet regelmatig worden schoongemaakt
om eventuele verstoppingen te voorkomen.
C
D
E
100
350
100
350
100
350
7780267 - v05 - 22032022