Onderhoud
16. Bewaar de brandstoftank op een droge,
goed geventileerde plaats, buiten het be-
reik van rechtstreeks zonlicht.
DMU41072
Smering
1.
Ververs de tandwielolie. Voor instruc-
ties, zie pagina 78. Controleer de tand-
wielolie op de aanwezigheid van water
die op een lekke dichting zou wijzen. Het
vervangen van een dichting moet door
een bevoegde Yamaha-dealer worden
uitgevoerd alvorens het gebruik te her-
vatten.
2.
Smeer alle smeerpunten. Voor meer in-
formatie, zie pagina 71.
NOTA:
Wanneer u de motor voor lange tijd gaat op-
bergen, is het raadzaam hem te benevelen
met conserveringsolie. Neem contact op met
uw Yamaha-dealer voor informatie over het
benevelen met olie en andere procedures
voor uw buitenboordmotor.
DMU28446
Spoelen van het motorblok
Voor een grondige spoeling dient u de pro-
cedure onmiddellijk na het afzetten van de
motor uit te voeren.
DCM01531
Voer deze procedure niet uit terwijl de
motor draait. De waterpomp zou erdoor
beschadigd kunnen raken, wat zou kun-
nen leiden tot ernstige schade door over-
verhitting.
1.
Zet de motor af en schroef het tuinslang-
koppelstuk van de fitting op de onderbak.
65
1. Fitting
2. Tuinslangkoppelstuk
3. Tuinslangadapter
2.
Schroef de tuinslangadapter op een tuin-
slang die is aangesloten op een leiding-
waterkraan, en sluit het andere uiteinde
van de tuinslang vervolgens aan op het
tuinslangkoppelstuk.
3.
Laat de motor uitgeschakeld, draai de
waterkraan open en laat het water gedu-
rende ongeveer 15 minuten door de
koelmantels stromen. Draai de kraan
dicht en koppel de tuinslang los van het
tuinslangkoppelstuk.
4.
Herinstalleer het tuinslangaansluitstuk
op het hulpstuk op de onderbak. Draai
het koppelstuk stevig aan. OPGELET:
Laat bij normaal gebruik het tuin-
slangkoppelstuk niet los op de onder-
bakfitting liggen en laat de tuinslag
niet los hangen. Het water zal uit de