gen, of kan de motorkap wegvliegen
bij hoge snelheden.
1. Motorkapvergrendelhendel
Controleer na de motorkap te hebben aan-
gebracht of ze goed op haar plaats zit door
er met twee handen op te duwen. Als de mo-
torkap los zit, dient u ze te laten herstellen
door uw Yamaha-dealer.
DMU34783
Controleren van het kantelbekrachti-
gingssysteem
DWM01971
●
Kom nooit onder het staartstuk als het
gekanteld is, zelfs niet als de kantel-
steunknop vergrendeld is. Als de bui-
tenboordmotor per ongeluk valt, kunt u
ernstig gewond raken.
●
Er kunnen lichaamsdelen worden ver-
pletterd tussen de motor en de klem-
beugel wanneer de motor wordt getrimd
of gekanteld.
[DCM01992]
1
ZMU07828
ZMU07829
●
Ga na of er zich niemand in de buurt van
de buitenboordmotor bevindt alvorens
deze controle uit te voeren.
1.
Controleer de kantelbekrachtigingseen-
heid op tekenen van olielekken.
2.
Bedien alle kantelbekrachtigingsscha-
kelaars om na te gaan of al de schake-
laars werken.
3.
Kantel de buitenboordmotor naar boven
en controleer of de kantelstang volledig
naar buiten wordt geduwd.
1. Kantelstang
4.
Ga na of de kantelstang vrij is van roest
of andere gebreken.
5.
Kantel de buitenboordmotor naar bene-
den. Controleer of de kantelstang soepel
werkt.
DMU36583
Accu
Ga na of de accu in goede staat verkeert en
volledig geladen is. Ga na of de accu-aan-
sluitingen zuiver en stevig bevestigd zijn en
of ze bedekt zijn met isolatiekappen. De elek-
trische contacten van de accu en de kabels
moeten zuiver en juist aangekoppeld zijn, an-
ders kan de accu de motor niet starten.
Kijk in de instructies van de accufabrikant
voor controles van uw specifieke accu.
Werking
40