3.
Maak de brandstofleiding los van de bui-
tenboordmotor.
4.
Verwijder de motorkap en het knaldem-
perdeksel/de beschermkap, indien aan-
wezig. Verwijder de propeller. Voor meer
informatie, zie pagina 76.
5.
Plaats de buitenboordmotor op een wa-
tertank. Voor meer informatie, zie pagina
32.
6.
Vul de tank met zoet water tot de anti-
cavitatieplaat geheel onder water staat.
OPGELET: Als het peil van het vers
water onder het peil van de anticavi-
tatieplaat komt of als de watervoor-
raad niet groot genoeg is, kan de
motor vastlopen.
1. Wateroppervlak
2. Laagste waterpeil
7.
Het doorspoelen van het koelwatersys-
teem is van cruciaal belang om te voor-
komen dat het koelwatersysteem ver-
stopt raakt met zout, zand of vuil. Bo-
vendien is het conserveren/smeren van
de motor noodzakelijk om overmatige
motorschade door roestvorming te voor-
komen. Voer het doorspoelen en bene-
velen
op
WAARSCHUWING! Bij het starten of
terwijl de motor draait mag u geen
elektrische onderdelen aanraken of
verwijderen. Houd handen, haar en
kleren uit de buurt van het vliegwiel
[DCM00292]
1
2
ZMU02051
hetzelfde
tijdstip
en andere draaiende onderdelen ter-
wijl de motor draait.
8.
Laat de motor enkele minuten draaien
met een hoog vrijlooptoerental in neu-
traal.
9.
Net voor u de motor uitschakelt, sproeit
u snel en afwisselend wat "conserve-
ringsolie" in elke carburator of in de con-
serveringsopening van het geluiddem-
perdeksel, indien voorzien. Indien cor-
rect uitgevoerd, zal de motor sterk be-
ginnen roken en bijna stilvallen.
10. Verwijder de buitenboordmotor van de
testtank.
11. Installeer het deksel van de geluiddem-
per/de dop van de conserveringsope-
ning (indien aanwezig) en de motorkap.
12. Als er geen "conserveringsolie" beschik-
baar is, laat u de motor met een hoog
vrijlooptoerental draaien tot het brand-
stofsysteem leeg is en de motor stilvalt.
13. Tap het koelwater volledig af uit de
motor. Maak het lichaam
schoon.
14. Als er geen "conserveringsolie" beschik-
baar is, dient u de bougie(s) te verwijde-
uit.
ren. Giet een theelepel schone motorolie
in elke cilinder. Voer meerdere startbe-
wegingen met de repeteerstarter uit.
Breng de bougie(s) opnieuw aan.
15. Laat de brandstoftank leeglopen.
Onderhoud
[DWM00092]
ZMU07891
grondig
64