Ergonomie en comfort
Regeling luchtverdeling
► Druk op de toetsen 8 om de luchtstroomverdeling
in het interieur aan te passen.
Voorruit en zijruiten
Middelste ventilatieroosters en
zijventilatieroosters
Voetenruimte
Er wordt een animatie geactiveerd om de
aanwezigheid van geblazen lucht in de aangegeven
richting weer te geven.
U kunt de drie toetsen tegelijkertijd indrukken voor
een gelijkmatige luchtverdeling in het interieur.
Airconditioning aan / uit
De airconditioning werkt in elk seizoen goed, mits de
ruiten zijn gesloten.
Het systeem verlaagt 's zomers de temperatuur in
het interieur.
Het systeem verhoogt de doeltreffendheid van de
ontwaseming in de winter, bij een temperatuur hoger
dan 3 °C.
► Druk op knop 1 om de airconditioning in of uit te
schakelen.
Wanneer het systeem is ingeschakeld, gaat het
controlelampje in de toets branden.
De airconditioning werkt niet als de
luchtstroom is uitgeschakeld.
U kunt de luchtrecirculatie korte tijd inschakelen
om de lucht sneller af te koelen. Schakel daarna
de toevoer van buitenlucht weer in.
58
Het uitschakelen van de airconditioning kan
negatieve effecten hebben (vocht, condens).
Maximale stand van de
airconditioning
Deze functie stelt automatisch de temperatuur op
de laagste stand in, stuurt de luchtverdeling naar de
middelste ventilatieroosters en zijventilatieroosters,
stelt de luchtstroom in op maximaal en schakelt de
luchtrecirculatie in het interieur in.
► Druk op knop 2 om de functie in of uit te
schakelen (het controlelampje gaat aan/uit).
Als de functie wordt uitgeschakeld, keert het
systeem terug naar de instellingen van vóór de
inschakeling.
Luchtrecirculatie in het
interieur
De toevoer van buitenlucht voorkomt dat de voorruit
en zijruiten beslaan.
Wanneer de interieurlucht wordt gerecirculeerd,
wordt het interieur beschermd tegen luchtjes en
vervuilende stoffen van buitenaf en kan de gewenste
binnentemperatuur sneller worden bereikt.
► Druk op deze toets om de functie in of uit
te schakelen (bevestigd door branden/doven
van het lampje).
De functie wordt automatisch ingeschakeld
wanneer de achteruitversnelling wordt
ingeschakeld.
Ontwasemen - ontdooien
voorruit en voorste zijruiten
Met handbediende
airconditioning
► Zet de temperatuur in de hoogste stand (rood).
► Zet de luchtstroom in de hoogste stand.
► Druk op deze knop om de lucht over de
voorruit te verdelen; het lampje ervan gaat
branden.
► Controleer of de luchtrecirculatie in het interieur
is uitgeschakeld; het betreffende lampje moet uit
zijn.
► Schakel de airconditioning in door de toets A/C in
te drukken; het desbetreffende lampje gaat branden.
Met automatische
airconditioning met
gescheiden regeling
Automatisch programma Zicht
Selecteer dit programma om de voor- en zijruiten
snel te ontwasemen of te ontdooien.
► Druk op deze toets om de functie in of uit
te schakelen (bevestigd door branden/doven
van het lampje).
Het programma regelt automatisch de
airconditioning (afhankelijk van de uitvoering), de
luchtopbrengst en de luchttoevoer, en zorgt voor een