► Als de auto is vergrendeld, moet u deze
ontgrendelen.
Het rode lampje in de klep gaat uit om aan te geven
dat de laadstekker is ontgrendeld.
► Verwijder de laadstekker binnen 30 seconden.
Het controlelampje voor het laden gaat wit branden.
Druk met de selectieve ontgrendeling van
de portieren geactiveerd twee keer op de
ontgrendelknop om de laadstekker los te
koppelen.
Wanneer het laden is voltooid, gaat het
groene controlelampje voor het laden in de
klep na ongeveer 2 minuten uit.
Laden via een normaal stopcontact, Mode 2
Als het laden is beëindigd, gaan het groene
controlelampje CHARGE op de regeleenheid en
het groene controlelampje voor het laden in de klep
permanent branden.
► Plaats de beschermkap terug op de laadstekker
en sluit de laadklep.
► Haal de laadkabel aan de zijde van de
regeleenheid uit het stopcontact.
Versneld laden, Mode 3
Als het laden is voltooid, wordt dit aangegeven
door de laadregeleenheid en door het permanent
branden van het groene lampje in de klep.
► Hang de laadstekker aan de wallbox en sluit de
laadklep.
Snelladen, Mode 4
Als het laden is voltooid, wordt dit aangegeven door
de lader en door het permanent branden van het
groene lampje in de klep.
► U kunt het laden ook onderbreken door
op deze toets in de klep te drukken (alleen bij
Mode 4).
► Hang de laadstekker aan de lader.
► Afhankelijk van de uitvoering moet u de
beschermkap terug op het onderste gedeelte
plaatsen en de laadklep sluiten.
Wanneer de laadstekker wordt
losgekoppeld, verschijnt er een melding op
het instrumentenpaneel dat het laden is voltooid,
ook al was de laadstekker losgekoppeld voordat
de auto volledig is opgeladen.
Trekhaak
Verdeling van de lading
► Verdeel het gewicht in de aanhanger gelijkmatig,
plaats zware voorwerpen zo dicht mogelijk bij de
as en probeer de maximaal toegestane kogeldruk
zo dicht mogelijk te benaderen zonder deze te
overschrijden.
Door lagere luchtdichtheid nemen de prestaties van
de motor af als men op grotere hoogte boven de
zeespiegel komt. Trek daarom voor elke 1000 m
hoogte 10% van het maximale aanhangergewicht af.
Gebruik een trekhaak en de betreffende
bedrading die door CITROËN zijn
Praktische informatie
goedgekeurd. Laat de trekhaak door een
CITROËN-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats monteren.
Als de trekhaak niet door een CITROËN-dealer
wordt gemonteerd, moet de montage altijd
volgens de voorschriften van de fabrikant worden
uitgevoerd.
Sommige rij- of parkeerhulpfuncties worden
automatisch uitgeschakeld wanneer er een
goedgekeurde trekhaak wordt gebruikt.
Houd u aan het maximale
aanhangergewicht dat op het
kentekenbewijs van uw auto, op het
constructeursplaatje en in het deel Technische
gegevens van dit boekje wordt vermeld.
Wanneer u accessoires aan de trekhaak
bevestigt (zoals een fietsendrager of
bagageplateau):
– Houd u aan de maximaal toegestane
kogeldruk.
– Vervoer niet meer dan 4 gewone fietsen of 2
elektrische fietsen.
Wanneer u fietsen op een fietsendrager op een
trekhaak laadt, plaats dan de zwaarste fietsen
het dichtst bij de auto.
Houd u aan de ter plaatse geldende
regelgeving.
7
169