Inhoudsopgave
Advertenties
74
3-1 Sleutels en deuren
Vergrendelen:
Als de deuren onvergrendeld zijn, moet u de
intelligente sleutel bij u hebben en langzaam en
stevig drukken op
deuren tegelijk te vergrendelen, als alle deuren,
de voorcompartimentklep en de bagageklep
Op dat moment knipperen de
gesloten zijn.
richtingaanwijzers eenmaal.
Ontgrendeling
Als de deuren vergrendeld zijn en u de intelligente sleutel bij u heeft, moet u langzaam
en stevig drukken op de microschakelaar in de deurhandgreep om alle deuren
tegelijkertijd te ontgrendelen. Op dat moment knipperen de richtingaanwijzers
tweemaal.
De deuren zullen zich niet ont-/vergrendelen als de microschakelaar bij de volgende
omstandigheden wordt ingedrukt:
De microschakelaar ingedrukt wordt als er een deur geopend of gesloten wordt.
Het voertuig niet uitgeschakeld is.
Het voertuig ingeschakeld (OK) is.
Er geen sleutel wordt gedetecteerd in het functieactiveringsgebied.
WARME TIP
In de anti-diefstalmodus na gebruik van de ontgrendelingsfunctie moet u binnen 30s
een deur openen; anders zullen alle deuren zich automatisch vergrendelen als deze
tijd verstreken is.
Anti-diefstalsysteem
Als er een deur geopend wordt met het voertuig in
anti-diefstalmodus, zal er een hoorbaar alarm klinken
en zullen de richtingaanwijzers knipperen om diefstal
te voorkomen.
Ver. A0
de deurhandgreep om alle
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
