Houd het oppervlak van de voorruit schoon. Geen stof, zand, insecten en vreemde
voorwerpen van het voorruitoppervlak afkrabben.
Het is niet nodig om de voorruit tijdens het wassen van het voertuig en het
lakonderhoud van de carrosserie in de was te zetten, omdat de waslaag het licht zal
weerkaatsen in een omgeving met een slechte lichtstraal, wat het gezichtsveld en de
rijveiligheid kan beï nvloeden.
Spoel na het wassen van het voertuig de ruitenwisserbladen af met schoon water en
verwijder de waslaag op de voorruit met een speciaal daarvoor bestemd
reinigingsmiddel.
Was de ruitenwisserbladen tijdens het wassen van het voertuig niet rechtstreeks met
een waterstraal, om schade aan de ruitenwisserbladen door een te hoge waterdruk te
voorkomen.
Vervang de ruitenwisserbladen met regelmatige tussenpozen (eenmaal per half jaar
wordt aanbevolen).
De ruitenwisserarmen moet opgetild worden voor het reinigen van de voorruit.
Het wordt ook aanbevolen de voorruit met ruitenwisserbladen te wissen (eenmaal per
dag of om de twee dagen), zelfs als er geen regen valt.
Zorg ervoor dat de voorruit voldoende nat blijft bij het wissen van de voorruit met
ruitenwisserbladen (bij geen regen moet de sproeiervloeistof vooraf op de voorruit
worden gespoten).
7-3 DHZ-onderhoud
Ver. A0
225
7