34
1-3 Klassificatie van kinderbeveiligingssysteem
Installatie van het
kinderbeveiligingssysteem:
1. Controleer de positie van de speciale
verankeringshendel en installeer het
kinderbeveiligingssysteem in de
voertuigstoel.
WAARSCHUWING
Bij gebruik van een onderste verankering, moet u zorgen dat er geen vreemde
voorwerpen rond de verankering zitten en dat de veiligheidsgordel van de stoel niet
vastzit achter het kinderzitje. Zorg dat het kinderbeveiligingssysteem goed is
vastgezet. Anders kan een kind in geval van een noodstop of ongeval ernstig letsel
oplopen of zelfs in levensgevaar komen.
WARME TIP
De verankeringshendel is geï nstalleerd in de spleet tussen de zitting en rugleuning
van de stoel.
2. Til de hoofdsteun op en steek de
bovenste bevestigingsband en de clip
van het kinderbeveiligingssysteem door
de ruimte tussen de hoofdsteunhendels
tot achter de rugleuning.
3. Verwijder de kap van de verankering.
Bevestig de clip aan de verankering en
maak de bovenste bevestigingsband
vast. Zorg dat de bovenste
bevestigingsband stevig vast zit.
Bovenste bevestigingsband
Verankering
Klem
Ver. A0