102
4-2 Opstarten en rijden
De bestuurder moet zeker weten dat hij/zij de elektronische intelligente sleutel bij zich
heeft bij het rijden en als hij/zij in of uit het voertuig stapt.
LET OP
Raak de START/STOP-knop niet willekeurig aan bij het rijden met het voertuig.
Als het nodig is om het voertuig uit te schakelen tijdens het rijden, moet u de
START/STOP-knop langer dan 3s ingedrukt houden.
Omstandigheden waarbij het PEPS-systeem niet goed kan
functioneren.
Er kunnen nabijgelegen bronnen zijn voor krachtige elektromagnetische golven, zoals
televisiezenders, krachtcentrales en radiostations.
De elektronische intelligente sleutel bevindt zich in de buurt van communicatie-
apparaten, zoals mobilofoons of mobiele telefoons.
De elektronische intelligente sleutel komt in contact met of is bedekt door metalen
voorwerpen.
Een microschakelaar wordt snel bediend.
De elektronische intelligente sleutel is te dicht bij een microschakelaar.
Er is interferentie omdat de afstandsbediening in een ander voertuig in werking is.
De batterij van de elektronische intelligente sleutel is leeg.
De elektronische intelligente sleutel ligt bij hoogspannings- of storende apparatuur.
De elektronische intelligente sleutel bevindt zich in de buurt van een elektronische
intelligente sleutel voor PEPS van een ander voertuig of in de buurt van een andere
radiozender.
Batterijstroombesparing
De sleutel communiceert met het voertuig zelfs als er niet mee gereden wordt. Hierom
moet u de sleutel niet op een plek in de buurt van het voertuig laten liggen (binnen een
bereik van 2m).
Ver. A0