118
4-4 Specificaties van andere hoofdfuncties
Grootlicht
Grootlicht aan of uit
lichtschakelaar vanuit de
oorspronkelijke stand (naar de andere
kant van het stuurwiel) naar voren om
het grootlicht in te schakelen; trek de
lichtschakelaar terug in de
oorspronkelijke stand om het grootlicht
uit te schakelen.
Grootlicht knipperen: Duw de
lichtschakelaar uit zijn oorspronkelijke
stand (aan de kant dicht bij het
stuurwiel) terug om het grootlicht te
laten knipperen; de lichtschakelaar keert
automatisch terug in zijn oorspronkelijke
stand als die wordt losgelaten en het
grootlicht wordt uitgeschakeld. Door de
lichtschakelknop in de "UIT" stand te
zetten zal het groot licht ook knipperen.
WARME TIP
Om het overmatige ontladen van de accu te voorkomen, moet u de lichten niet
langdurig aanhouden als de motor niet draait.
Ver. A0
: Duw de