138
4-5 Oplaadinstructies
5. Zet de oplaadpaal of de aan de wand
gemonteerde oplaadbox aan het laden
(met uw betaalkaart).
Stoppen met het laden:
1. De AC-oplaadpaal of aan de wand
bevestigde oplaadbox zal het opladen
automatisch beëindigen. U kunt ook
handmatig het laden onderbreken en de
oplaadbox ontkoppelen. Lees de
handleiding van de Oplaadbox voor
meer details. Nadat het opladen is
afgelopen drukt u op de
ONTGRENDEL-knop van de
elektronische intelligente sleutel en dan
drukt u op de VERGRENDEL-knop op
de oplaadstekker om de oplaadstekker
uit de oplaadpoort te trekken.
2. Sorteer en berg de oplaadhulpmiddelen
en de AC-oplaadstekker goed op.
3. Sluit
1
de kap van de oplaadpoort en
het klepje van de oplaadpoort en dan is
het opladen afgelopen.
De voedingsspanning voor intelligent opladen is afkomstig van de vermogensaccu en de SOC zal afnemen
wanneer het voertuig in de intelligente oplaadmodus komt. Dit betreft een normaal fenomeen, geen
voertuigfout.
Als het controlesysteem van de startaccu een lage spanning van de startaccu detecteert dan kan die de
vermogensaccu benutten om de startaccu bij te laden.
Ver. A0
2