LAAG (3202)
HOOG (3203)
bekrachtigd=1
uitgeschakeld=0
bekrachtigd=1
uitgeschakeld=0
A = De waarde van parameter 1401
1
of
2
BEWAK
BOVEN
BEWAK
B = De waarde van parameter 1401
1
of
2
BEWAK
ONDER
BEWAK
Opmerking! Het geval LAAG>HOOG vertegenwoordigt een speciale hysteresis
met twee aparte bewakingslimieten. Al naargelang het bewaakte signaal onder de
waarde HOOG (3203) is gedaald of de waarde LAAG (3202) heeft overschreden,
wordt de limiet gekozen. Aanvankelijk wordt HOOG gebruikt, totdat het signaal de
waarde LAAG overschrijdt. Daarna wordt de limiet LAAG gebruikt, totdat het
signaal weer onder de limiet HOOG komt.
A = Het relais is aanvankelijk uitgeschakeld.
B = Het relais is aanvankelijk bekrachtigd.
Figuur 15 Bewaking van de Bedieningsgegevens m.b.v. relaisuitgangen, als
LAAG>HOOG.
78
Waarde van bewaakte parameter
1 (1402
RELAIS UITGANG
BOVEN
1 (1402
RELAIS UITGANG
.
ONDER
t
A
B
2) is
RELAIS UITGANG
2)
s
RELAIS UITGANG
I