Een algemene voorinstelling kan niet worden bewerkt, gewist, opgeslagen of kleur-gekalibreerd; maar
het kan wel gekloond worden. Daarom moet u eerst een algemene voorinstelling klonen om deze op
kleur te kunnen kalibreren of om andere eigenschappen te wijzigen.
De printer bevat generieke voorinstellingen voor de ondersteunde substraatcategorieën; zie
Ondersteunde substraatcategorieën op pagina
Een substraatvoorinstelling klonen
Een substraatvoorinstelling klonen betekent dat u er een kopie van maakt onder een andere naam.
Misschien wilt u om de volgende redenen een voorinstelling klonen en bewerken:
●
Zelf een naam toewijzen aan een substraat.
●
De voorinstelling aanpassen aan de precieze kenmerken van uw substraat.
●
De voorinstelling aanpassen aan uw gebruik van het substraat, van de beste afdrukkwaliteit tot
conceptuitvoer.
Om een substraatvoorinstelling te klonen, volgt u deze stappen:
1.
Tik op het bedieningspaneel op het menupictogram
Geïnstalleerde substraten, selecteer vervolgens de substraatcategorie, tik daarna op Klonen, geef
de naam aan en tik op OK.
2.
Binnen de substraatcategorie kunt u alle generieke subcategorieën en de geïnstalleerde
substraten vinden.
Tik op het kloonpictogram
3.
Tik op Clone (Klonen) om de voorinstelling te klonen en voer een naam in voor de nieuwe
voorinstelling.
Uw nieuwe voorinstelling verschijnt aan het einde van de algemene voorinstellingslijst.
Een substraatvoorinstelling wijzigen
U kunt elke niet-generieke voorinstelling wijzigen.
39.
en voer een naam in voor de nieuwe voorinstelling.
, daarna op Substraatbibliotheek >
Een substraatvoorinstelling klonen
85