Dit kan een tijdelijk probleem zijn: probeer opnieuw af te drukken en misschien de inktlimieten iets
te verlagen. Het kan de moeite waard zijn de afdrukwachtrij aan te passen, zodat de eerste taak
gemakkelijk uitgehard kan worden (verbruikt veel inkt).
●
Wanneer de symptomen alleen zichtbaar zijn in bepaalde delen van de afdruk die veel inkt
gebruiken
Verhoog de uithardingstemperatuur, verlaag de algehele inkthoeveelheid, verhoog het aantal
passages en/of wijzig de vertragingscompensatie tussen de passages (in de RIP of het
bedieningspaneel) om het drogen te verbeteren tijdens opeenvolgende passages.
●
Wanneer de symptomen verschijnen na het verlagen van het aantal doorgangen
Verhoog de uithardingstemperatuur, verlaag de algehele inkthoeveelheid en/of wijzig de droogtijd
tussen de passages (in de RIP of het bedieningspaneel) om het drogen te verbeteren tijdens
opeenvolgende passages.
●
Wanneer de olieachtige glanslaag minuten of uren na het afdrukken ontstaat
Sla de afdruk onbedekt op met de zijde met de afbeelding naar boven; normaal gesproken verdwijnt
het effect na een tijdje.
OPMERKING:
TIP:
Gebruik voor het reinigen van de afdrukken uitsluitend water en een milde zeepoplossing in een
lage concentratie. Gebruik geen reinigingsmiddelen op alcoholbasis. Wacht 24 uur voor reiniging.
U kunt proberen een ander substraat te gebruiken, dat mogelijk beter tegen dit effect bestand is.
Problemen met tegels
De meest voorkomende problemen bij het afdrukken van tegels worden hier beschreven.
●
Kleurvariatie tussen tegels
In sommige gevallen kunnen er kleurverschillen optreden in aangrenzende tegels met dezelfde
effen achtergrondkleur tussen de rechterkant van de eerste tegel en de linkerkant van de tweede
tegel. Dit probleem komt vaker voor bij inkjetprinters (zowel bij thermische inkjetprinters als bij
piëzo-inkjetprinters), omdat er kleine kleurverschillen optreden als de strook wordt doorgevoerd.
Volg deze aanbevelingen om de kleurconsistentie van tegel tot tegel en van zijde tot zijde te
verbeteren:
–
Zorg ervoor dat de omgevingscondities geschikt zijn voor de beste afdrukkwaliteit. Zie
Omgevingsspecificaties op pagina
–
Druk af op een substraat dat al aan de opwikkelspoel is bevestigd.
–
Gebruik een afdrukmodus met 12 passages.
–
Gebruik een afdrukmodus met een lage inktdichtheid: hoe lager, hoe beter.
–
Gebruik het temperatuurpictogram
uithardingstemperatuur te verhogen.
–
Vermijd afdrukken met een koude printer: druk niet meer dan 15 minuten vóór de tegeltaak 50
cm af. Een statuscontrole van de spuitmond is voldoende om de printer op te warmen.
Wanneer u de algehele inkthoeveelheid verlaagt, ziet u minder kleurverzadiging.
209.
op het bedieningspaneel om de
Problemen met tegels
135