2.
Ga naar het bedieningspaneel, tik op het pictogram
Meer opties > Een uitlijningsstatusplot afdrukken.
Controleer de continuïteit van de dunne diagnostische lijnen op de uitlijningsstatusplot In één sectie
worden gekleurde lijnen afgedrukt in overeenstemming met zwarte lijnen om de uitlijning van de ene
kleur naar de andere te testen. In een ander deel is er een blok met tekst om de uitlijning tussen de
achterwaartse en de voorwaartse doorgang van een primaire kleur te controleren.
De optimalisatievloeistof is transparant en kan meestal niet direct worden waargenomen. De vloeistof
is te zien op sommige substraten (zoals zelfhechtend vinyl) bij afdrukken in combinatie met gekleurde
inkten. Het kruispatroon dat boven de referentieschaal op deze wijze wordt afgedrukt, kan gebruikt
worden om de uitlijning van de optimalisatie op sommige substraten te evalueren. In een goed uitgelijnd
systeem zal het lichtgekleurde kruis in het midden van het patroon uitgelijnd worden met de vier zwarte
lijnen aan de zijkanten van het patroon.
Als de printkoppen niet goed zijn uitgelijnd of als u er twijfels over hebt, omdat er bijvoorbeeld een
substraatbotsing heeft plaatsgevonden, dan lijnt u de printkoppen uit. Zie
146.
Kalibratieplot van substraatdoorvoer
Om de kwaliteit van de afdruk precies af te stellen, kan het nodig zijn de snelheid waarmee het substraat
wordt doorgevoerd aan te passen.
De substraatdoorvoer bepaalt waar de stippen op het substraat worden geplaatst. Wanneer het
substraat niet op de juiste wijze wordt doorgevoerd, verschijnen er lichte of donkere strepen op de
afgedrukte afbeelding en kan de korrel in de afdruk toenemen.
U kunt de substraatdoorvoer wijzigen vanuit de RIP of vanaf het bedieningspaneel met de parameter
Substraatdoorvoer in de substraatvoorinstellingen.
124
Hoofdstuk 8 Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen
Hulpmiddelen en probleemoplossing >
Printkoppen uitlijnen op pagina