80
Instrumenten en bedieningsorganen
Overzicht
Richtingaanwijzers 3 84
O
Gordelverklikker 3 84
X
Airbags en veiligheidsgordel‐
v
spanners 3 85
Airbag deactiveren 3 85
V
Laadsysteem 3 85
p
Storingsindicatielamp 3 86
Z
Laat auto spoedig nakijken
C
3 86
STOP Schakel motor uit 3 86
Systeemcontrole 3 86
J
Rem- en koppelingssysteem
R
3 86
Handrem3 87
m
Antiblokkeersysteem (ABS)
u
3 87
Schakelen 3 87
R
Lane Departure Warning
)
3 87
Elektronische stabiliteitsre‐
b
geling en Traction Control-
systeem 3 88
Elektronische stabiliteitsre‐
a
geling en Traction Control-
systeem uit 3 88
Koelvloeistoftemperatuur te
W o
hoog 3 88
Voorverwarmen 3 88
!
Uitlaatfilter 3 88
%
AdBlue 3 89
Y
w
Spanningsverliesdetectie
3 89
Motoroliedruk 3 89
I
Peilsensor motorolie 3 82
Te laag brandstofpeil 3 89
Y o
Autostop 3 89
D
Buitenverlichting 3 90
8
Dimlicht 3 90
9
Groot licht 3 90
C
Grootlichtassistentie 3 90
f
Systeem voor gecontro‐
ò
leerde afdaling 3 87
Mistlampen voor 3 90
>
Mistachterlicht 3 90
ø
Regensensor 3 90
<
Cruisecontrol 3 90
m
Dodehoeksysteem 3 90
B
Actief noodstopsysteem
Ø
3 90
Snelheidsbegrenzer 3 91
ß
Portier open 3 91
h
Snelheidsmeter
Aanduiding van de rijsnelheid.