Deze functie kan worden geactiveerd
of gedeactiveerd in de Persoonlijke
instellingen.
Persoonlijke instellingen 3 99.
De volgende verlichting gaat ook
branden wanneer u het bestuurders‐
portier opent:
● verlichting van sommige schake‐
laars
● Bestuurdersinformatiecentrum
● portiervakverlichting
Uitstapverlichting
De volgende verlichtingsfuncties
worden ingeschakeld als het contact
wordt uitgeschakeld:
● binnenverlichting
● verlichting middenconsole
Worden automatisch uitgeschakeld
na een vertraging. Deze functie werkt
alleen wanneer het donker is.
Ontlaadbeveiliging accu
Oplaadfunctie afgestemd op accu
Deze functie garandeert een maxi‐
male levensduur van de accu door
een regelbaar vermogen en een opti‐
male vermogensverdeling van de
dynamo.
Om te voorkomen dat de accu onder
het rijden leegraakt, worden de
volgende systemen automatisch in
twee fasen afgebouwd en ten slotte
uitgeschakeld:
● hulpverwarming
● achterruitverwarming en
verwarmde spiegels
● stoelverwarming
● aanjager
In de tweede fase ziet u op het Driver
Information Center een bericht dat de
activering van de ontlaadbeveiliging
van de accu bevestigt.
Verlichting
Uitschakeling van de
binnenverlichting
Om te voorkomen dat de accu leeg‐
raakt terwijl het contact is uitgescha‐
keld, wordt de binnenverlichting na
enige tijd automatisch uitgeschakeld.
113