164
Rijden en bediening
Wanneer er een vrij vak is gevonden,
wordt dit op het Colour-Info-Display
aangegeven in combinatie met een
akoestisch signaal. Stop de auto,
schakel de achteruitversnelling in en
rijd op een snelheid tot 7 km/u.
Rijd voor- en achteruit volgens de
instructies en let daarbij op de waar‐
schuwingen van de parkeerhulp en
de geluidssignalen totdat de hande‐
ling is afgerond. Na afloop dooft $ op
de instrumentengroep.
Het systeem wordt tijdens een
parkeermanoeuvre automatisch
gedeactiveerd, wanneer de achter‐
kant van de auto een obstakel tot op
minder dan 50 cm is genaderd.
Uitparkeren bij fileparkeren
Inschakelen
7" Colour-Info-Display: tijdens het
uitparkeren bij fileparkeren activeert u
het systeem door Parkeerhulp te
selecteren op de startpagina van het
aanraakscherm. Kies vervolgens
Uitparkeren bij fileparkeren.
8" Colour-Info-Display: om uit te
parkeren bij fileparkeren activeert u
het systeem door op Í te drukken.
Kies Rijfuncties op het aanraak‐
scherm en vervolgens Parkeerhulp.
Kies Uitparkeren bij fileparkeren.
Kies met de richtingaanwijzerhendel
de kant waaraan u wilt uitparkeren.
Schakel de achteruitversnelling of
een versnelling voorruit in, laat het
stuurwiel los en rijd op een snelheid
tot 5 km/u.